Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

dinsdag 24 oktober 2017

Helderz med 17j erv bekend terugk v geliefde

Het zal jullie niets verbazen dat er voor mij, als boom, slechts 1 werkelijkheid is en dat is de natuur, de grond waarin we geworteld staan.
Mensen daarentegen hebben vaak de neiging om in talloze andere werkelijkheden te geloven. In een of ander opperwezen, of soms ook in geesten en andere soorten van magie. Dan heb je ook nog mensen die beweren dat ze meer kunnen 'zien' dan de anderen, dat vind ik echt vreemd. Zo iemand is Adèle. Ze wandelt vaak alleen in het park rond. Als ze iemand passeert, zegt ze vaak zo'n onzinnige dingen als: 'Ik voel dat je je gekwetst voelt. Als je hulp nodig hebt, kan ik je helpen de dingen te verwerken. Ik kan je met je overleden opa in contact komen, die heeft de antwoorden op je vragen.'
Gelukkig kijkt de meerderheid van de mensen haar dan sceptisch aan. Het zijn enkel de echt hopeloze gevallen die haar aanklampen voor antwoorden. Meestal zitten ze in de put omdat ze een moeilijke relatiebreuk achter de rug hebben. Ik voel op die momenten echt mee met de arme schapen, vooral omdat ik ze recht in Adèles val zien trappen. 'Oh, een relatiebreuk? Weet je, ik ben gespecialiseerd in de terugkeer van geliefden. Bel me maar eens voor een afspraak. Je hoeft immers maar te betalen na resultaat.' Zo trekt ze de arme stakkers over de streep. Ik wil die mensen dan altijd waarschuwen voor die heks, want ze lijkt het zo goed met hen voor te hebben, maar eigenlijk doet ze aan serieuze geldklopperij. Wat dat 'resultaat' is voor haar een zeer rekbaar begrip.
Gisteren liep ze hier weer rond, maar deze keer zag ze er zelf radeloos uit. Haar ogen waren rood doorlopen en ze schreeuwde het uit in het ijle: 'Kom dan toch terug, klootzak! Ik zie je nog zo graag!' Mijn bast kriebelde van plezier. Net goed dat ze zelf eens aanvoelt hoe het is om in de steek gelaten te worden. Alleen jammer dat ik niet de mogelijkheid heb om geld uit haar te slaan, net nu ze zo kwetsbaar is... Het zou haar leren!

woensdag 2 augustus 2017

De zingende prinses of waarom Limburgers zingen

Het zal jullie niets verbazen als ik zeg dat ik van verhalen hou. Ik vertel ze graag, maar ik vind het minstens even gezellig om ze te horen. Helaas is deze vertelcultuur wat aan het vergaan bij de mensen. Je hoort enkel nog gebeurtenissen, geen echte verhalen meer, zoals vroeger, toen het kindermeisje met de kinderen van de graaf buiten speelden. Als ze de kinderen weer wat rustig wou maken, verzamelden ze in mijn schaduw. De kinderen zaten braaf op de grond en dan begon het kindermeisje te vertellen. Epische verhalen met ridders en draken, prinsessen en kikkers, woeste landschappen en gure wind, ik luisterde keer op keer geboeid. Er is één verhaal dat ik nooit vergeten ben. Het was een sprookje en ging als volgt:

Er was eens… (want zo begint een sprookje altijd blijkbaar) een prinsesje. Ze had glanzend bruin haar en grote bruine ogen. Ze kon bovendien ongelooflijk mooi zingen. Ze zong de hele dag door. Als haar ouders, de koning en de koningin, haar iets vroegen, zong ze steevast haar antwoord. Wanneer ze vroegen wat ze later wou worden, zong ze: ‘Operazangeres, natuurlijk!’ Dat baarde de koning zorgen. Hij wist immers dat het eeuwige leven hem niet gegeven was en de prinses zou zijn taken dan moeten overnemen. Daar trok de prinses zich niets van aan. Ze zong haar zorgen weg. Tot haar leraar haar op een dag streng toesprak.
‘Prinses, je hebt lang genoeg gezongen! Het wordt tijd dat je normaal spreekt wanneer mensen je iets vragen, je bent geen kind meer!’
De glimlach gleed van prinsesjes gezicht. ‘Mag ik dan nooit meer zingen?’ vroeg ze half sprekend, half zingend.
‘Toch zeker niet als iemand het hoort,’ zei de leraar. ‘Je wordt ooit koningin en ik moet je daarvoor opleiden. Regel 1: Koninginnen zingen niet!’
Die nacht lag de prinses te huilen, zacht zingend. Nooit meer zingen? Dat was toch geen leven! Zingen was haar leven, het was haar energie, zoals water voor de bloemen en planten. Zonder zingen zou ze verwelken. Toen ze uiteindelijk in slaap was gevallen, kwam er een fee langs. Ze betoverde de prinses en vloog terug weg.

De volgende ochtend werd de prinses bedroefd wakker. Het zou de eerste dag in haar leven zijn zonder zingen. De gedachte maakte haar droevig en ze huilde. Tranen stroomden over haar gezicht, maar ze huilde zonder geluid. Ze probeerde iets te zeggen, om haar stem te testen, maar er kwam niets uit, ook niet toen ze probeerde te zingen. In paniek rende ze door het kasteel, op zoek naar iemand die haar kon helpen. Met grote gebaren probeerde ze aan haar vader en moeder uit te leggen wat er aan de hand was, maar die begrepen er niets van. ‘Sorry prinses, we hebben wel wat beters te doen dan van uitbeelderke te doen,’ bromde de koning. Ook haar leraar reageerde nors. ‘Zeg het nu gewoon, ik heb geen tijd voor onzinnige spelletjes!’ Waarop de prinses weer geluidloos begon te huilen. Ze sloot zich op in haar kamer. Ze had besloten dat ze liefst alleen en in alle rust wou verwelken.

Al dagenlang had de prinses zich opgesloten. Ze at niet, dronk niet en zong niet. De koningin begon zich zorgen te maken. ‘Zo ongelukkig heb ik haar nog nooit gezien! Ze was altijd zo’n vrolijke en gelukkige dochter. Ik eis een onderzoek naar hoe dit komt!’ zei ze met haar strenge we-weten-wie-de-baas-hier-is-stem.
‘Maar lieverd, vond je ook niet dat ze altijd té vrolijk was?’ Met al dat zingen en spelen! Bweik! Zoals ze nu is, zou ze een veel betere koningin zijn, als ze zou willen spreken uiteraard.’
De koningin werd briesend.  Een onderzoek was niet meer nodig, ze wist meteen wie er achter zat. ‘Wat heb je gedaan?’ Haar rode hoofd was op twee centimeter van dat van de koning verwijderd. ‘Euhm, niets ernstigs’, slikte hij. ‘Gewoon… Aan haar leraar gezegd dat hij haar moest verbieden ooit nog te zingen.’
‘Je hebt wat? Zingen is haar leven! Hoe kun je dat verbieden?’ Ze draaide zich om en liep de kamer uit. Ze moest dringend haar meest dierbare plant water geven.

Een zacht geklop op de deur deed de prinses opschrikken. Ze sloop er naar toe en piepte door het sleutelgat.
‘Liefje, ik ben het. Het is je domme vader die achter dit hele gedoe zit. Hij wou geen zingende koningin, omdat het zo niet hoort. Maar weet je, ik denk dat een zingende prinses het land mooier maakt. Dus, zing je alsjeblief weer voor mij?’
De prinses probeerde te zingen, maar het lukte niet. Ze opende de deur dan maar en gaf haar moeder voor het eerst sinds lang een dikke knuffel.

De volgende ochtend werd de prinses wakker en meende over een fee te hebben gedroomd die haar haar stem had terug gegeven.

‘Maar dat is natuurlijk belachelijk,’ zong ze in D-mineur. Ze schrok zich te pletter van haar eigen stem. ‘Ik zing! Ik zing! Mama, ik heb mijn stem terug!’ De hele dag zong ze in de mooiste majeur toonaarden. De zon brak door de wolken heen en het koninkrijk vierde feest. De koning werd prompt van de troon afgezet, de burgers hadden genoeg van deze oude, negatieve brombeer. Ze eisten een vrolijke, zingende koningin! En zo geschiedde het. De eerste zingende koningin leerde het hele volk zingen. Dat zingen ging door van generatie op generatie en nog steeds wonen er afstammelingen van dit koninkrijk op een stuk land, dat mens heden ten dage Limburg noemt. 

woensdag 14 juni 2017

We zorgen enkel voor jullie zuivere lucht...

Met m'n blaadjes blinkend in de zon, zou je zeggen dat ik de meest zorgeloze boom in de aarde ben. En toch... Vroeger waren zomers heel relaxend, hoefde ik me nergens zorgen om te maken. Ik had voldoende water, veel zon en hier en daar was er eens een momentje van wat verschroeing.
Nu begint het stilaan een kwestie van uitdroging te worden en dat is niet zo'n fijn gevoel.
Bovendien zorgt de mens de laatste tijd voor meer en meer stress bij de bomen. Neem nu mijn makkers in Antwerpen, ze moeten er allemaal aan. Wat een verspilling! Ze waren helemaal niet ziek ofzo. Ze stonden in de weg, stel je voor!
Vlak voor hij neerging, kon ik nog contact maken met de laatste boom in de rij. Hij zag een voor een zijn makkers tegen de vlakte gaan en had er zichzelf ook al bij neergelegd. 'Ach, Leopold, die snotters weten niet waar ze mee bezig zijn. Ze willen de stad weer leefbaar maken, zo hoor ik dan, maar wij, grote bomen, spelen daar geen rol in volgens hen. Onze wortels vernietigen te veel en volgens enkele dwazen zijn we gevaarlijk naast de weg. Wat kunnen wij, als bomen, hier tegen doen?'
Ik snapte zijn gelatenheid, voor hem was het toch te laat, maar ik dacht meteen: 'Alle takken nog aan toe!' Ik sta hier veilig in het bos, maar al die arme bomen langs de weg, ze lopen allemaal gevaar! Hoe verwacht de mens nog schone lucht te hebben, als ze alle oude bomen neerhalen? Kaprijp zeggen ze dan, hoe achterlijk is dat? Dan kan je even goed zeggen dat alle mensen van boven de 70 ook 'kaprijp' zijn, dat ze hun dienst aan de maatschappij bewezen hebben. Dag en bedankt!
En dan ben ik de groffe, oude bromboom... Snappen die belangrijke beslissingmakers dan niet dat ze 20 jonge boompjes moeten planten bij het neerhalen van 1 grote boom om dezelfde luchtzuiverheid te behouden? 



En dat maakt mij heel triest op een zonnige dag als vandaag...

zondag 26 maart 2017

Clouboy starring Leopold

Voorbije zomer, ik stond rustig te genieten van het zonnetje, kwam hier plots een hele bende aan, zowel volwassenen als kinderen. Ze hielden halt onder me en begonnen vanalles op te stellen: grote camera's, lichten, zelfs iets dat ik niet beter kan beschrijven dan een treinspoor. Ik begon licht te trillen in m'n bast van opwinding. Dit waren duidelijk mensen die wisten met wat ze bezig waren! Waren het opnames voor een film? Zou ik in beeld komen? Of zouden ze me amper filmen? Net toen ik dat dacht, werd ik gehuld in kabels en touwen.

'Mogen we niet gewoon zonder de kabels in de boom klimmen?' hoorde ik een van de kinderen vragen, waarop de man die het voor het zeggen had duchtig zijn hoofd schudde. 'Safety first, rakker.'

Het eerste kind werd vastgeklikt en toen waren we vertrokken voor een dag vol 'actie!' en 'cut!' en opnieuw en opnieuw. Ik was heel blij dat het maar kinderen waren die in me klommen, 100kg zware volwassenen had ik minder prettig gevonden...

En toen waren ze weer weg, net zo snel als ze gekomen waren. Het voorbije half jaar heb ik er nog vaak aan terug gedacht. Vooral wat er nu juist de bedoeling van was. Tot ik gisteren Willy tegen Martha hoorde zeggen dat de film die hier onder Leopold is opgenomen op 5 april gaat uitkomen. Stel je voor! Leopold, de beukenboom, op het grote, witte doek! Straks sleep ik nog grote filmprijzen in de wacht, eat that, Sequoia!

Sorry, ik liet me weer even meeslepen. Het resultaat van die dag is dus vanaf 5 april in de bioscoop te zien. De film heet 'Cloudboy'. Kunnen jullie in mijn plaats gaan kijken en nadien komen vertellen of ik het goed gedaan heb? Want ik vrees dat ik er zelf helaas niet ga geraken...


Cloudboy vanaf 5 april in de bioscoop in uw buurt.

vrijdag 20 januari 2017

Over afscheid nemen

Na al mijn jaren van mensen te observeren, begin ik ze soms ook te begrijpen. Waarom ze doen wat ze doen en zeggen wat ze zeggen. Je kan wel stellen dat ik een menslievende boom ben (en geloof me, zo zijn er niet veel!)
Een van de aspecten van het mens zijn waar ik echter geen vat op krijg, is het concept van afscheid nemen van elkaar. Voor mensen is het een heel natuurlijk proces, dagelijks nemen ze afscheid zonder dat ze beseffen dat het iets is waar misschien niet iedereen vertrouwd mee is. Wij, bomen, hoeven immers nooit afscheid te nemen van elkaar, want wij blijven braaf op onze plaats staan.
Ik vind het vooral fascinerend dat je het op zoveel manieren kan doen. Een blij afscheid, eentje met bastverscheurende tranen, een boos afscheid (dat vind ik een gevaarlijke soort), een afscheid zonder woorden, of eentje waarbij er gezwaaid wordt tot men uit het zicht verdwenen is, en ga zo maar door.
En dan vraag ik me af... Wat als... ik morgen afscheid zou moeten nemen, voor het eerst in m'n leven. En dan geen gewoon afscheid, maar het grote afscheid, weg van onze grote moeder Aarde. Hoe zou ik dat dan het liefst doen? Ik zou er een groot feest van maken met al mijn geliefde boomvrienden en al mijn mensenfans samen! Het zou in ieder geval een gelukkig afscheid zijn! Want ik mag dan al eens een oude bromboom zijn, er is niets dat ik aan mijn levensloop had willen veranderen. Gelukkig, dat ben ik, en zo wil ik ook komen te gaan!