Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

maandag 27 augustus 2012

Het verhaal over den tornado die over Oostmalle heen raasde


Tijd is iets vreemds. Het gaat allemaal zo snel ik sta hier al zo lang, dat ik soms vergeet dat mensen veel minder hebben meegemaakt dan ik denk. Gebeurtenissen waarvan ik denk dat iedereen ze nog herinnert omdat ze zo pakkend waren, zijn vaak niet meer gekend bij de jongere garde. Zo ving ik deze week een gesprek op tussen twee jonge kerels. Het ging over de tornado die hier nu een kleine halve eeuw geleden door ons geliefde Oostmalle raasde.
‘Een tornado? Gewoon een stevige windhoos, zal je bedoelen,’ zei de blonde kerel. En toen dacht ik: oh jee, als deze gebeurtenis niet meer gekend is bij de jeugd, dan wordt het dringend tijd dat ondergetekende ooggetuige zijn versie eens vertelt. Het is natuurlijk al lang geleden, en het is de eerste maal dat ik het vertel, dus misschien is niet alles voor honderd procent de objectieve waarheid, maar voor mij voelde het alvast zo…
Het was een heerlijk warme zomerdag en het dorp bruiste van de ambiance. Van op het dorpsplein klonken fijne harmonische klanken en het duidelijke geroezemoes van mensen die gezellig aan het keuvelen zijn. De familie Kenis was namelijk zopas gezegend met een zevende zoon, wiens doopsel juist met grootse plechtigheden gevierd werd. Het hele dorp vierde feest, zo ook het koppeltje op het bankje onder me. Ze wisten dat hun ouders hen niet zouden zoeken in de feestvreugde, dus waren ze stiekem naar het park gegaan om stiekeme dingen te doen. Echt, een heerlijk zomerse dag dus, waar ook ik met volle teugen van genoot.
Toen de hemel plots grijs werd, keek niets of niemand daar echt van op. Dit is immers België, geen warme dag zonder onweer. Er stak een windje op, ook niets speciaals. En voor ik goed en wel besefte wat er allemaal gebeurde, zag ik allerlei voorwerpen door de lucht vliegen. Auto’s, matrassen, bomen. Alles draaide rond in een windslurf, die ik maar enkele seconden later opmerkte. Ik voelde hoe ik met man en macht m’n takken probeerde vast te houden. De wind was enorm sterk! Ook het koppeltje op het bankje hielden zich krampachtig vast aan de bank. De windslurf passeerde rakelings aan me voorbij en ging recht richting centrum, recht naar de feestvreugde. Ik hoorde overal geschreeuw en zag zelfs een heel frietkot door de lucht vliegen. De slurf verdween stilaan in de verte en liet een enorm spoor van vernieling na. De stilte die er op volgde was ondraaglijk. Tot het meisje van het koppeltje hysterisch begon te huilen. Ze liep recht naar het dorpsplein om troost en uitleg te krijgen van moeder en vader.
Voor de eerste keer in m’n lange leven had ik ook willen gillen. Ik had de dood recht in de ogen gekeken. De aangerichte ravage was een ramp! Zoveel dierbare bomen hadden het niet overleefd. Waarom ik wel? Ik wist het niet. Het enige dat ik kon doen, was toekijken hoe de schade stukje bij beetje werd opgeruimd. Wat ik me ook nog goed herinner is hoe zo’n ramp mensen toch dichter bij elkaar brengt. Mooi, alleen jammer dat het op zo’n manier moest gebeuren.

zondag 19 augustus 2012

De aanstekers


Vaak hebben vrouwen die op m’n bankje plaatsnemen van die enorm grote handtassen bij waar ze allerlei rommel in meedragen.
Misschien moet ik hier eventjes eerst een randopmerking maken. Het zit namelijk zo dat ik absoluut geen vrouw-onvriendelijke boom ben. In tegendeel! Vrouwen zijn veel beter in staat sommige essenties van dit leven te begrijpen dan mannen, die – zo heb ik van horen zeggen – vaak maar aan één ding denken (ik ben nog aan het uitzoeken wat dat dan juist is). Ik heb ook niets tegen mannen, voor wie dat nu zou denken. Ik vind mensen gewoon vreemd, ongeacht hun geslacht. Wow! Rijmende boom on fire! Misschien moet ik me ook eens aan gedichten gaan wagen…
Ok, nee, de vrouwen (want mannen hebben er doorgaans geen) en hun handtassen dus. Onlangs namen Valerie en Jasmine plaats op m’n bankje, duidelijk uitgeput door de zinderende hitte.
‘Heb jij misschien verfrissende doekjes bij?’ vroeg Jasmine aan Valerie, die duidelijk de grootste handtas bij had. Daarop begon Valerie heel haar handtas uit te laden. Een flesje water, een tasje vol make-up, twee deo’s, een gsm, portefeuille, agenda, een boek, een stel kaarten, een opblaasbaar hoofdkussen, een plastic zak, een topje, vier balpennen, drie lippenbalsems en drie aanstekers. ‘Hmm… Nee, geen doekjes,’ meldde ze toen ze de bodem bereikt had. Jasmine trok haar schouders op. ‘Jammer’, zei ze amper geïnteresseerd en toen: ‘Valerie, jij rookt toch niet, of wel?’ Valerie keek op. ‘Nee, dat weet je toch.’
‘Ik vroeg het me gewoon af, met drie aanstekers en zo.’
‘Ja, als er een hete kerel op mij af komt en om een vuurtje vraagt, dan moet ik dat toch kunnen aanbieden, of niet soms?’ reageerde ze vurig.
Jasmin trok grote ogen. ‘Meen je dat nu?’ aan haar toon kon ik horen dat ze het maar een beetje vreemd vond. Ik vond het zelf ook nogal ver gezocht. Met vuur mag je niet zomaar sollen, zeker niet in een bos! En ok, ik weet dat het gedoe tussen mannen en vrouwen nogal een hot issue is, maar persoonlijk vond ik het wat te ver gaan.
Ondertussen puilde de handtas weer lekker uit met alle spullen die ze er terug in gepropt hadden, begon Valerie over een geweldig mooie handtas die ze de vorige dag gekocht had en werd er over de aanstekers geen woord meer gezegd.

zaterdag 11 augustus 2012

De man van weinig woorden

De stilte, daar kan ik vaak enorm van genieten. Lekker rustig, geen lawaai, geen gedoe, heerlijk! Mensen schijnen het er vaak moeilijker mee te hebben. Het gebeurt vaak dat twee mensen passeren en het over iets hebben dat zo banaal is, dat ik denk: is het niet beter van te zwijgen en te genieten? Nee, dat kunnen ze niet. Ze praten liever, ook al is het dan over niets. Persoonlijk vind ik niets zo hatelijk als dat. Ze vullen de stilte omdat ze het niet aankunnen, hun hoofd zit vol lawaai waar ze niet naar willen luisteren, dus kwetteren ze er zelf op los om het lawaai te overstemmen.
Gelukkig zijn niet alle mensen zo. Staf, bijvoorbeeld, is een man van uiterst weinig woorden. Geboren en getogen hier, ken ik hem nu toch al zowat een kleine eeuw. Een heerlijk eerlijke man die geniet van de stilte en nooit een woord teveel zegt. Als je hem tegenkomt in het bos en je vraagt hem hoe het met hem gaat, zal hij altijd zeggen: ‘Goed, bedankt.’ Want beleefd is hij wel, die Staf. Voor de spraakzame mensen onder jullie, jullie zouden over jezelf beginnen, zeggen hoe het met je gaat, zonder dat Staf er achter gevraagd heeft. De minder spraakzamen zouden zich wat onwennig voelen. Staf vraagt immers nooit iets aan anderen, hij wil z’n neus niet in andermans zaken steken. Je zou dan kunnen denken dat hij je niet graag heeft, maar dat klopt niet. Staf is gewoon niet zo’n prater, zeker niet tegen mensen. Als hij alleen is, hoor ik hem soms wel eens mompelen dat het leven een strijd is, tot hij weer iemand ziet, z’n glimlach opzet en gelooft dat alles goed is.