Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

zondag 28 december 2014

Een poging om de wereld te redden

‘Hohoho!’ zoals ik de mensen elkaar dezer dagen soms hoor begroeten. Wat een weertje, zo plots! Vorige week had ik een blogpost bedacht, maar nog niet doorgegeven aan mijn typiste (want het zal je misschien verbazen, maar dat is het enige wat ik als bloggende boom tekort kom: het vermogen te typen). Het was iets over het feit dat ik mijn bladeren helemaal niet had moeten laten vallen in de herfst, want dan had ik nog nuttig kunnen zijn voor de wereld (fotosynthese en al). Nu ben ik toch blij dat ik ze heb losgelaten, of ik zou gelijk compleet dood vriezen.

Toch heb ik het gevoel dat er iets niet meer klopt. Zo hoorde ik gisteren nog iemand zeggen, dat het afgelopen jaar het warmste jaar ooit is sinds de metingen. Dat belooft natuurlijk niet veel goeds voor de toekomst… Het is ook frustrerend, want ik zou er alles voor doen om meer koolstofdioxide weer om te zetten naar zuurstof, maar ik bots op mijn natuurlijke grenzen zoals het laten vallen van mijn bladeren in de herfst. Zou het anders geen optie zijn, en pas op, normaal ben ik tegen de inmenging van de wetenschap met de natuur, om een loofboomsoort te creëren die heel het jaar door groen blijft, en dus ook een heel jaar door nuttig kan zijn? Een soort van superloofboom, ik stel voor een beukachtige, omdat we bekend staan voor onze lange levensduur. Ja, ik wil zelfs gerust mijn gehele lading vruchten van volgend jaar afstaan voor onderzoek en testen. Zo kan ik dan toch met geruste wortels de geest geven, want laat ons eerlijk zijn, als 291-jarige boom besef ik in deze koude dagen dat ook mij het eeuwige leven niet is gegeven. Dus, de wereld redden, ligt misschien niet meer in mijn mogelijkheden, maar wie weet doet mijn nageslacht het dan wel een stuk beter….

zondag 9 november 2014

Een straatje zonder eind, bezaaid met bladeren

Nu de herfst eindelijk officieel begonnen is, ben ik zelf ook in winterbrommodus geschakeld. Misschien was ik dat vorige keer ook al, bij deze dus even mijn excuses aan de klauteraar die vol enthousiasme aan mijn tak ging hangen. Want na wat ik deze week weer heb moeten aanschouwen, zou ik mensen met energie en enthousiasme moeten omarmen! Ik heb me deze week een beuk geërgerd in hoe passief mensen tegenwoordig zijn. Ze doen niets meer echt zelf, hebben machines om het werk voor hen te doen en worden daardoor alsmaar dikker.
Zo kwamen er woensdag twee onderhoudsmannen langs. In de herfst gebeurt dat wel vaker. Vroeger hadden ze dan wortelvast een rijf bij, om de bladeren bij elkaar te kunnen scharen. Dan moesten ze bukken om de hoop bladeren in de bak te scheppen en zo was dan alles opgeruimd staat netjes! Sinds dit jaar hebben de mannen echter een dwaas blaasmachien. Ze lopen passief rond terwijl ze het machien naar de grond richten, dat de bladeren aan de kant blaast. Het maakt een hoop lawaai, duurt minstens even lang (zeker als de bladeren nat zijn, zo moest ik donderdag vaststellen. Hij bleef maar onder mij het paadje droogblazen, maar de bladeren bleven koppig liggen. Ik werd er eikendom van!) en als ze weg zijn en er passeert een zuchtje wind, dan liggen de bladeren zo weer op het pad en lijkt het alsof het nooit bladvrij geweest is. Ze zijn dus zelfs te tam om te bukken, die werkers van mijn voeten! Of zijn ze te dik en kunnen ze niet meer bukken en hebben ze net daarom de blazers gekocht? Maar zo doen ze nog minder en worden ze alleen nog maar dikker! Een straatje zonder eind bezaaid met bladeren, me dunkt!

Geef mij dus toch maar de actieve mensen, bij nader inzien! Al is dit natuurlijk geen uitnodiging voor alle actievelingen om me te komen beklimmen. Bewonder me maar gewoon tijdens uw loop-, wandel-, of fietstocht door het park. Enthousiast zwaaien bij het passeren mag altijd!

zondag 19 oktober 2014

Eekhoorns en een klojo op een nazomerse herfstdag

Heerlijk! Ik hou van zonnige, warme nazomerdagen als deze! Het geeft me de kans om m’n blaadjes nog net ietsje langer groen te houden en het geeft me een fijne herinnering om aan terug te denken wanneer de dagen weer kort, koud en grijs zijn. Want de herfst mag dan niet mijn favoriete siezoen zijn, het heeft toch ook zo zijn geneugten. Beukennootjes op de grond droppen, om zo hopelijk nog eens 400 jaar langer voort te leven in 1 van hen, de rust die terugkeert in het park na een zomer vol activiteiten en natuurlijk ook de eekhoorns! Ze zijn er het ganse jaar door, maar in de herfst komen ze het vaakst langs mijn stam naar boven geklommen. Hun fijne nageltjes die grip krijgen in mijn schors geven me altijd een heerlijk tintelend gevoel. Ik voel hoe ze dan kriebelend naar boven kruipen om langs mijn takken hun zoektocht naar proviand verder te zetten. Als ze voldoende verzameld hebben zijn ze vliegensvlug weg. De snelheid waarmee hun roffelende pootjes langs mijn stam dan weer naar beneden hollen, doen me altijd extra levend voelen. Alsof ze willen zeggen: inderdaad, beste Leopold, geniet nog van deze laatste mooie dagen, want voor je het weet,
is de natuur weer in rust
en lust je weer
naar de mooie herfstdagen van weleer.
Inderdaad! Van eekhoorns word ik zowaar poëtisch! Van klojo’s die beweren dat ik de ideale klimboom ben en me nadien nog eens uitlachen met mijn verlatingsangst, word ik dan weer pissig… Het gebeurt niet vaak, maar vanmiddag was het weer zo ver. Een groepje van vijf jonge mensen passeerde, ze waren me aan het bewonderen en ik voelde me trots. Ik krijg graag aandacht. Plots beweerde de actiefste van het groepje dat ik de ideale klimboom was, ging aan mijn onderste tak hangen en probeerde zich verder op te trekken. Zijn hulpeloos gespartel om op mijn tak te geraken was nogal vermoeiend. Je moet weten, zo’n zwaargewicht aan mijn tak, dat ervaar ik niet vaak. Even vreesde ik dat ik afscheid zou moeten nemen van mijn mooiste, onderste tak. Gelukkig gaf de klojo het op dat moment op. Nadien hoorde ik ze nog keuvelen over dat er nog niet veel bladeren op de grond lagen en hoorde ik ze lachen: ‘Haha, ja, hij zal verlatingsangst hebben!’ Alsof dat om te lachen is! Het doet me fysiek pijn om ieder jaar weer mijn bladeren los te laten, dus ja, ik ben blij als dat moment nog even uitgesteld wordt dankzij warme nazomerse herfstdagen als vandaag! Maar dat is dan weer iets dat enkel mijn medeloofbomen kunnen begrijpen…

dinsdag 23 september 2014

Met de wortels in de grond

Soms gebeurt het in het leven van mens en boom dat je weer met je wortels in de grond gestoken wordt, dat je weer beseft dat alles relatief is en vooral dat je maar best nederig blijft. Mijn persoonlijke reality check kwam gisteren langs in de vorm van Jana. Ze wandelde door het bos, met haar elektronische kastje aan haar oor. Ik vermoed dat haar beste vriendin Maaike haar gepraat op haar kastje ontving, ergens verder op. Ik vind het altijd grappig om te zien hoe mensen elektronica nodig hebben voor lange afstandsgesprekken. Als ik met een andere boom wil communiceren, moet ik er gewoon voor zorgen dat er drie wortels op dezelfde hoogte zit als drie wortels van de gewenste boom en hop! we kunnen communiceren. Met bomen die echt ver weg zijn lukt het ook, het vergt alleen wat meer training.
Maar goed, Jana was dus aan het praten. uit het gesprek kon ik afleiden dat ze juist terug was van vakantie. Dat vind ik altijd leuke gesprekken, want van al die nieuwe ervaringen van mensen leer ik zelf ook steeds weer iets bij.
‘En weet je? Ik heb een olijfboom gezien die 1000 jaar oud was, zo vertelde de gids ons. Blijkbaar is dat daar niet zo uitzonderlijk, er zouden zelfs olijfbomen van 3000 jaar oud zijn op het eiland, maf hé?’ Jana zweeg even en maakte toen een instemmend geluid. ‘Klopt, die bomen zouden er dan al gestaan hebben toen Socrates nog leefde.’

Op slag voelde ik me heel jong en onbezonnen met m’n bijna 300 jaar. Hier in het park heb ik de reputatie van oud en wijs te zijn, maar als er bomen zijn die al leefden toen een van de grootste filosofen ooit op deze aarde rondliep, dan ben ik nog piepjong! De voorbije uren heb ik dan ook geprobeerd om de juiste wortelfrequentie van zo’n boom te zoeken, om met hem eens een praatje te kunnen maken. Het is me voorlopig nog niet gelukt, vanwege de afstand. Heb al wel een korte conversatie gehad met een palmboom in Zuid Frankrijk. Hij had zicht op zee, dat lijkt me ook fijn… Ik blijf proberen om zo’n olijfboom vast te krijgen. Mocht je me dus een van deze dagen bezoeken en ik geef een afwezige indruk, dan ben ik me diep aan het concentreren op m’n wortels, op zoek naar wijsheid van een oude olijfboom. Ik dank jullie alvast voor het begrip!

donderdag 28 augustus 2014

Regen en rook

Blub, ik ben een vis! Zo voel ik me de laatste weken. Ik denk niet dat ik ooit al zoveel water heb kunnen opslorpen in de zomer als dit jaar. Ik heb het gevoel dat ik voor de rest van 2014 toe kom met water. Toch gek, want vorig jaar rond deze tijd was ik aan het bedelen voor een drupje water en nu ben ik compleet verzadigd. Ik probeer er logica in te zoeken, net zoals mijn voorbijgangers, maar net zoals zij, slaag ik er niet in. Wel ving ik enkele interessante theorieën op. Zo zei Nancy dat ze gelezen had dat het stormige weer een uitloper was van een bepaalde orkaan. Tuur beweerde dan weer dat de maanstand er voor iets tussen zat en ik hoorde Albert, een kastanje van ietsje verderop, denken dat het gewoon de eerste tekenen zijn van de Apocalyps (al twijfel ik er aan of hij wel weet wat dat woord juist betekend, want hij bromde maar de hele tijd dat het de mensen hun verdiende loon is en dat, eens ze uitgestorven zijn, wij bomen de aarde zouden gaan regeren). Vreemd genoeg bekijk ik het van de positieve kant deze keer. Ik ga niet mee in gebrom en gezaag, doemdenken of panikeren. De lucht ruikt veel te heerlijk vanavond! Ik observeer en stuur de volgende positieve vibe over de wereld uit: extra water geeft m’n blaadjes immers een extra groene kleur, die op haar beurt voor meer fotosynthese zorgt en dus ook voor meer heerlijke zuurstof voor de mens. Verse lucht om te inhaleren en om zich te herpakken, zodat we nog voor een lange tijd vredig samen kunnen leven, bomen en mensen, op deze prachtige aarde. Peace out!

donderdag 31 juli 2014

Poging tot blijde boodschap

Fieuw! De zomer is een heerlijk drukke tijd! Er valt zoveel te beleven hier in het park deze dagen, dat ik amper de tijd vind om te bloggen. Waar vind ik nu dan toch de tijd? In de aanmoediging die ik gisteren van een voorbijganger kreeg die trouwens anoniem wenst te blijven. Ze vroeg me waarom ik al zo lang niets meer geschreven had. Ik stel mijn fans niet graag teleur, dus zie hier! Een nieuwe blogpost! Neem me echter niet kwalijk als ik m’n tak hier en daar eens kwijt geraak, want ik schrijf dit alles op de tonen van de eerste parkavond van de zomer. Het belooft weer wat te worden, met die zeikers die me omver proberen te pissen. Of wou ik er een luchtig blogbericht op na houden?
Ja! Dat was mijn plan! Goed, de zomer en zijn voordelen, dus….

Ah bah, dit weekend is er ook kermis met al dat lawaai en geloei. Vroeger vond ik kermis veel spannender! Er werd toen leuke muziek gespeeld en de mensen genoten veel meer van dat ene pleziertje in het jaar. Tegenwoordig is er precies altijd wel een gelegenheid om te feesten, zelfs op een doordeweekse donderdagavond als vandaag. Mensen feesten meer en meer, maar worden ze er wel gelukkiger van? Ik gok van niet, want ze willen altijd meer. Hoeveel ze ook hebben van iets, of het nu geld, vakantie of kinderen zijn, mensen willen altijd meer. Het maakt me triest. Als ik verzadigd ben en genoeg water geslorpt heb, dan stop ik, zorg ik er voor dat het goed besteed wordt, om dan pas meer water op te slorpen. Natuurlijk, als er dan even geen water beschikbaar is, kan dat knap lastig zijn. Een mens zou dan ook een voorraad aanleggen, maar ik ben blij dat wij bomen dat niet kunnen! Het maakt je immers een pak dankbaarder en vooral: het maakt me tevreden met wat ik heb. De kleine dingen in het leven weer weten te appreciëren, dat is wat mensen moeten leren! Niet de massa evenementen en hopen geld, maar rustige één op één gesprekken of een centiem vinden op straat. Net zoals vroeger, in de tijd toen er nog meer bomen als mensen waren, toen geluk niet gezocht werd, maar gewoon gevonden en toen de kermis nog bestond uit blikken omver werpen, sjoelbakken, pietjesbakken en paapgooien. En nee, ik ging vooral niet de negatieve, oude boom uithangen…

woensdag 2 juli 2014

Gevonden in de gazet

De voorbije decennia heb ik mijn omgeving voldoende geobserveerd en geanalyseerd om tot enkele conclusies te komen. Een aantal liggen voor de hand: het dorp is spectaculair uit zijn voegen gebarsten, het park danig opgewaardeerd (als heilig stukje groen tussen al het grijs) en er wonen dubbel zoveel mensen als pakweg veertig jaar geleden. Hierdoor kennen de mensen elkaar bijna niet meer. Vroeger zei iedereen tegen iedereen goeiendag, of ze maakten tijd voor een uitgebreide babbel. Ja, ik denk dat ik kan zeggen dat ik in die tijd alle inwoners van het dorp kon opsommen, inclusief een sappig verhaal uit hun privéleven. Nu ben ik nog maar in flarden mee. Ik ken ook niet meer alle relaties, ook omdat mensen zich het tegenwoordig graag ingewikkeld maken.
Gisteren ving ik nog een gesprek op tussen Roza (van Gust van Jos van de slachterij) en José (van Charles van Stan van aan ’t moeraske), twee anciens die ik gelukkig nog zeer goed kan plaatsen. Ze hadden het over hun kleinkinderen.
‘Oh, maar ons Jolien is weer bij hare vent weg. Het klikte niet meer, zeggen ze dan. Ik snap dat toch niet.
‘Ja, Roza, het zijn andere tijden. Onze Jeff is nu voor de derde keer getrouwd. Ik ben eens beniuewd hoe lang hij het er nu bij gaat uithouden.’
‘Snapt gij dat nu, José? Wij konden dat toch wel? Gewoon bij onze ventekes blijven, zonder morren en genieten van het leven?’
José haalde haar schouders op.
‘Misschien zijn jonge mensen tegenwoordig niet meer snel content? Of is er een overaanbod, met al die datingsites?’
‘Jamaar, wij hadden toch ook de gazet? Germaineke van de smid, die heeft hare Jos toch ook in de gazet gevonden.’
Daar moest José smakelijk om lachen en ik stiekem ook. Germaineke! Ik was ze al helemaal vergeten. Het was nochtans een jaar lang hét gespreksonderwerp, toen.
Germaineke was niet van de slimsten en knap kon je haar ook al niet noemen. Na een paar vergeefse pogingen om aan te pappen met bepaalde boerenzonen, had haar vader de gazet er bij genomen op de contactpagina’s en het heft in handen genomen. Ik hoor het hem nog zeggen, die oude smid: ‘Ons Germaineke heeft een vent nodig die haar in het gareel kan houden.’ Enkele weken later zag ik Germaineke door het bos wandelen, samen met een man die minstens dubbel zo oud was als haar, in vodden gekleed ging en overduidelijk drie tanden miste. Ik weet niet hoe het kwam, ik snap het nog steeds niet, maar de dertig daarop volgende jaren waren de twee heel gelukkig bij elkaar. Bij de begrafenis van hare Jos, zo hoorde ik nadien, had Germaineke uit dankbaarheid de krant waaruit het annonceke kwam bij in de kist gestoken. Want zonder die gazet zou haar leven er immers helemaal anders uitgezien hebben.

‘Ja, dat is nog eens een mooi voorbeeld,’ zuchtte Roza toen. ‘Aan Germaineke en Jos zouden veel jonge mensen een goei voorbeeld moeten nemen!’ Het zou het leven er alvast weer simpeler op maken en ik zou tenminste terug mee zijn met wie bij wie hoort…

zondag 18 mei 2014

Verjaren is altijd fijn!

Ik weet het natuurlijk niet helemaal exact, maar ik heb voor mezelf besloten dat het vandaag mijn verjaardag is. Gelukkige verjaardag, Leopold! Woehoew! Waarom vandaag? Omdat ik 18 mei een mooie dag vind. Hoe oud ik vandaag word? Ook moeilijk te zeggen… Het is een innerlijke waarheid, met die ringen en al, maar ik schat dat ik in 1823 voor het eerst de zon zag. In die redenering word ik vandaag 291. Gelukkige verjaardag, Leopold!
Uiteraard is een boomverjaardag helemaal anders dan een mensenverjaardag. Sowieso is het voor ons een gok, er zijn geen instanties die onze geboortedag registreren. Erger nog, in de beginfase kunnen we zelfs nog aanzien worden als onkruid. ’t Is pas in een later stadium dat we als boom erkend worden, maar niemand die daar veel aandacht aan schenkt…
Een boomverjaardag is meestal ook een dag zoals een andere. Geen extra lekker water om gulzig op te slurpen, geen honderden kussen krijgen, geen muziek en gedans. Slechts enkele gelukwensen van ver van andere bomen, maar dat is alleen maar als je zelf te kennen geeft dat het je verjaardag is. En af en toe eens dik chance hebben met het weer. Gelukkige verjaardag, Leopold!
Al zou ik wel eens heel graag m’n verjaardag vieren op de mensenmanier… Met uitgenodigde gasten, drinken, een grote taart, slingers en ballonnen, muziek en heel veel gelach! Misschien een ideetje voor als ik 300 word?

Gelukkige verjaardag, Leopold!

woensdag 23 april 2014

Pas op voor bomen!



Het is weer eens wat anders dan je dacht! Bij het begin van de winter voelde ik me erg down. Na de ellenlange winter van vorig jaar, had ik er compleet geen zin meer in! Maar kijk eens aan! Ik heb het zelfs niet eens koud gehad en de zon blijft ons trakteren met haar warme stralen. Heerlijk toch! Zelfs deze oude knorboom fleurt daar van op!
Das is ook nodig, want eerder deze week hoorde ik Joris vertellen dat er een heel aantal bomen in de omgeving er weer aan gaan moeten geloven. Omdat ze een gevaar zouden vormen voor de mensen. WAT? Ik dacht dat ik hem verkeerd verstaan had (er zat dan ook een vervelende mus in mijn kruin te tsjierpen, wat voor nogal wat ruis zorgde). Gelukkig herhaalde hij nog eens wat hij gezegd had. Inderdaad, de bomen zorgen voor gevaar volgens sommige mensen. Dommeriken! (Kijk eens aan, ik heb goed opgelet toen Shana vorige week haar spellingoefeningen met de mama op mijn bankje aan het overlopen was: zelfstandige naamwoorden die eindigen op onbeklemtoond –ik en dus dof klinken, krijgen geen verdubbeling. Al vind ik persoonlijk dommerik op het einde niet zo dof klinken, maar goed, ik dwaal wat af, precies…) Ze lijken te vergeten dat ze zonder ons niets zouden zijn. Geen zuurstof, geen leven! Ik hoorde Joris uitleggen dat er omvalgevaar zou zijn bij de betreffende bomen en dat er nieuwe bomen in de plaats zouden gezet worden. Alsof zo’n dunne, jonge stengel gelijkwaardig zou zijn aan een robuuste klepper als de Sjarel!
Het deed me nog eens beseffen hoe willekeurig het leven is. Mij houden ze in leven, ze ondersteunen me, zagen enkele takken af zodat m’n stam toch maar niet zou scheuren. Uiteraard kus ik mijn blaadjes hier voor! Maar waarom ben ik geen gevaar voor de mensen en Sjarel, die nota bene veel jonger is als ik, dan weer wel? Of heb ik dan toch nog een hoger levensdoel en maakt het gewoon allemaal deel uit van een groot masterplan?

woensdag 2 april 2014

Hoe de boomchirurg met kettingzaag voor m'n eigen goed bleek te zijn



Normaal spring ik een spreekwoordelijk gat in de lucht bij het inzetten van de lente, maar dit jaar heb ik er een dubbel gevoel bij. Waarschijnlijk omdat ik nog aan het bekomen ben van wat ze me hier vorige week allemaal hebben aangedaan. Gelukkig had Tineke me verwittigd en me rustig uitgelegd waarom ze het gingen doen. Het was voor mijn eigen goed, om mijn stam te ontlasten en te voorkomen dat ik in twee zou splijten. Ik voelde me plots oud. Als de mens me al moet gaan verzorgen omdat ik anders het misschien onder mijn eigen gewicht zou gaan begeven…
Maar goed, vorige week stonden ze hier: twee mannen van de gemeente (die uiteindelijk maar weinig gedaan hebben) samen met een boomchirurg. Ik zag de gevaarlijke kettingzaag al klaarliggen en ik hield me voor om alleen aan plezante dingen te denken. De zon scheen, de vogeltjes floten, het was een perfect mooie lentedag. Toch was het niet genoeg om mijn gedachten af te leiden.
‘Ik zou voorstellen van die tak daar al zeker af te zagen en die daar lijkt me ook niet meer zo gezond.’ De boomchirurg staarde me nog wat langer aan. Het zouden vijf takken worden. Een kleine paniek viel over me heen. Vijf takken? Die weet zeker niet hoe pijnlijk dat gaat worden? Je moet weten dat een tak die afgezaagd wordt zeker tien keer zo pijnlijk is als een tak die door de wind wordt afgerukt. Dat laatste geeft een vlammende pijn, maar het respecteert wel mijn vezelstructuur. Een tak die afgezaagd wordt, volgt geen structuur. Het is bot recht, het duurt veel langer dan de snok van een windvlaag en nu ik wist hoeveel ze gingen afzagen, maakte dat me alleen maar ongeruster.
Ik hoorde een hels lawaai en zette me schrap. Ik zag hoe de boomchirurg met de kettingzaag naderde. Voor mijn eigen goed, bleef ik maar denken. Het geluid van de zaag door mijn tak ging als een rilling door mijn gehele boom. Ik wilde het uitschreeuwen van de pijn. Hoe zou jij je voelen, mochten ze zomaar een been afzagen? Heel even dacht ik er aan op te geven. Gewoon neerstorten en doodgaan, makkelijker als dat kon niet! Toen zag ik Tineke weer voor me. Hoe ze enthousiast vertelde dat mijn blog de mensen bezig houdt, dat ze me ten volle gaat ondersteunen om de populairste boom van het park te worden en hoe ze me in tranen moest toegeven dat ik voor haar een heel trouwen vriend geworden ben. Ik kreeg weer moed en hoorde iemand zeggen: ‘Alleen deze nog, grote jongen, en dan zijn we klaar.’ Dat vond ik lief. Ik wou hem zeggen dat hij gerust ‘Leopold’ mocht zeggen, maar ik vond geen manier om het aan hem te communiceren.
Nu sta ik hier, blij dat ik het niet heb opgegeven, maar toch ook triest omdat ze wat van me hebben afgepakt. De wetenschap dat het me sterker maakt, is maar een magere troost. Ik hoop snel de moed weer terug te vinden om blaadjes aan te maken, zodat ik voor nog meer verkoelende schaduw kan zorgen, want met de opwarming van de aarde lijkt me dat geen overbodige luxe voor jullie!

woensdag 26 februari 2014

De meest bezochte boom van het park



Woehoew! Ik heb weer plaats om te groeien! Begin deze week zag ik enkele gemeentewerkmannen een grote, eiklelijk oranje woonwagen hier neer planten. Het was de voorboden van enkele grootse werken in het bos. Het was dan ook even spannend toen ik ze met de kettingzaag mijn richting zag uitkomen. Gelukkig waren het mijn minder gezonde buren die er aan moesten geloven. Nu heb ik weer lekker veel plaats om te groeien en mijn doel te bereiken! Ik besef het, het is het gegeven van dood en brood, maar zo zit het leven nu eenmaal in elkaar. Het komt ook goed uit voor het doel dat ik aan mezelf gesteld heb. Ik heb besloten dat ik, kost wat kost, de beroemdste boom van het bos ga worden! Je zou denken dat dit niet moeilijk kan zijn, gezien mijn status als enige bloggende boom in de wereld, maar daar heb je het mis! Mijn grootste aardsrivaal is die nutteloze Sequoia, een inwijkeling die zonder de burggraaf Léonard du Bus de Gisignies hier nooit geweest zou zijn! Het frustrerende is dat hij er nooit moeite voor heeft moeten doen om zo populair te worden. Iedereen was het er meteen over eens dat ze nog nooit zo’n coole boom hadden gezien en die status blijft hij tot op heden behouden, de nietsnut! Hij heeft zelf een plaatsje in de geschiedenistijdlijn op de website van het park, met foto! Dat gaat er over, want eigenlijk is het gewoon een dikke, vette den, de janet!
Ja, je mag gerust zeggen dat ik jaloers ben op zijn status. Toch, als ik morgen de meest bezochte boom van het bos wordt, heb ik dat ten minst aan mezelf en mijn harde werk te danken! Ik trek ten strijde!

zondag 9 februari 2014

Live vanuit het bos!



In het leven bestaan er geen toevalligheden. Juist op het moment waarop ik denk: Goh, eigenlijk heb ik nog weinig dingen om over te schrijven’, net dan komen er twee schrijvers op m’n bankje zitten filosoferen over vertelstandpunten, focalisatie en het gebruik van tijden. Ik ben maar een simpele boom, dus ik verstond maar weinig van deze conversatie. Het enige dat ik heb onthouden, is het feit dat de tegenwoordige tijd de lezer een meer betrokken gevoel geeft. Bij deze ga ik voor de verandering dus eens live in drie-twee-een…
Het is een rustige dag in het bos. De wind speelt rustig met m’n takken. Hier en daar zingt er een vroege voorjaarsvogel  en ik voel hoe m’n knoppen op openbarsten staan. Maar ik weet dat ik me moet inhouden. Want zolang die onzin over vliegende klokken die eieren brengen niet gepasseerd is, kan het nog stevig vriezen. Ik hou me in. (Ik voel ook de spanning in dit verhaal kruipen. Jullie ook?) Ginder in de verte zie ik een fietser, zo eentje in een veel te strak pakje, op een fiets met levensgevaarlijk dunne banden. Hij is alleen.
Een beetje verderop begint de voetbalmatch. Het zijn de duveltjes die nu spelen. Kleine Carl doet z’n best. Zijn korte beentjes kunnen zijn wil niet bijhouden. Hij valt pardoes over z’n eigen voeten! Ik voel medelijden voor deze kleine rakker. Hij bedoelt het allemaal zo goed!
Oh, en daar komen Jelle en Sofie aangewandeld. Ze komen recht naar mij. ‘Sofietje, weet je nog, drie jaar geleden?’ vraagt Jelle haar. Ze staan nu vlak onder me.
Sofie knikt met een brede glimlach. ‘Oh Jelle, natuurlijk!’ Ze slaat haar hand voor de mond, alsof ze weet wat er komen gaat.
‘M’n liefste.’ Jelle knielt met één knie op de grond, haalt een doosje tevoorschijn en vraagt: ‘Wil je met me trouwen?’ Een onnatuurlijk hoge gil doet me even opschrikken.  Ze springt op en neer, klapt in haar handen en gilt er op los. ‘Oh Jelle! JA! JA! JA!’ Ze steekt haar hand naar hem uit. Liefdevol schuift hij de ring om haar vinger. Ze kussen en kussen… Nog steeds zijn ze aan het kussen…
Kleine Carl heeft ondertussen een goal gescoord. Jammer dat ik het gemist heb! Hij doet net zijn overwinningsdansje. Wat een geweldig ventje! En die twee hieronder mij zijn ook fantastisch! Zo veel liefde in een moment! Ik ben blij, zo blij dat ik leef!