Gisteren in de namiddag zaten Sonja en
Ils rustig op het naburige bankje te keuvelen. Eigenlijk was het er
wat te koud voor, maar daar trokken de twee vriendinnen zich niets
van aan.
'Hoe ist eigenlijk nog met elle va?'
'Ja, goe, hé. Toch voor de
omstandigheden. Wij hebben die vorige maand toch naar het rusthuis
gedaan en ik heb den indruk dat hem het er wel gewoon begint te
worden.'
'Allez, das dan een chance. Bij ons moe
heeft dat nooit niet gemarcheerd in het rusthuis. Die voelde zich
daar echt te eenzaam, en dan dachten wellie: jamaar moe, gaat dan is
buurten bij Maria van der neffe, maar dat pakte niet.'
Die uitspraak raakte me. Ik zie veel
eenzaamheid rondom mij, maar merk ook dat het onderwerp gevoelig ligt
bij mensen. Ik voelde plots ook een trilling opkomen, wat je nog het
meest kan vergelijken met boosheid, denk ik. De mensen hier sluiten
de oudere mensen af van de buitenwereld, het volwassen kind verbergt
zijn of haar ouders op een plek waar het er geen last mee heeft. De
ouderen worden geïsoleerd. Hoe meer ik mijn gedachten hierover liet
stromen, hoe meer trillingen ik voelde, want ik besefte plots dat ze
met mij hetzelfde gedaan hebben. Het pad werd verlegd voor mijn eigen
goed, zo zeggen ze dan. Maar ik voel me zo afgezonderd de laatste
tijd. Langzaam maar zeker is de omgeving mij aan het opslokken. Ik
word opgegeten door het bos. Ik ben minder en minder zichtbaar voor
voorbijgangers en steeds minder mensen stoppen om mij te bewonderen.
En die voze sequoia blijft wel de volledige aandacht krijgen, want
het pad loopt nog wel steeds langs hem. Ik voel me stilaan ten onder
gaan... Zal ik de strijdbijl dan maar begraven om de meest bezochte
boom van het park te worden? Of is het mogelijk dat een tweehonderd
jaar oude boom zich nog herpakt? Gelukkig geeft tijd raad!