Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

woensdag 2 augustus 2017

De zingende prinses of waarom Limburgers zingen

Het zal jullie niets verbazen als ik zeg dat ik van verhalen hou. Ik vertel ze graag, maar ik vind het minstens even gezellig om ze te horen. Helaas is deze vertelcultuur wat aan het vergaan bij de mensen. Je hoort enkel nog gebeurtenissen, geen echte verhalen meer, zoals vroeger, toen het kindermeisje met de kinderen van de graaf buiten speelden. Als ze de kinderen weer wat rustig wou maken, verzamelden ze in mijn schaduw. De kinderen zaten braaf op de grond en dan begon het kindermeisje te vertellen. Epische verhalen met ridders en draken, prinsessen en kikkers, woeste landschappen en gure wind, ik luisterde keer op keer geboeid. Er is één verhaal dat ik nooit vergeten ben. Het was een sprookje en ging als volgt:

Er was eens… (want zo begint een sprookje altijd blijkbaar) een prinsesje. Ze had glanzend bruin haar en grote bruine ogen. Ze kon bovendien ongelooflijk mooi zingen. Ze zong de hele dag door. Als haar ouders, de koning en de koningin, haar iets vroegen, zong ze steevast haar antwoord. Wanneer ze vroegen wat ze later wou worden, zong ze: ‘Operazangeres, natuurlijk!’ Dat baarde de koning zorgen. Hij wist immers dat het eeuwige leven hem niet gegeven was en de prinses zou zijn taken dan moeten overnemen. Daar trok de prinses zich niets van aan. Ze zong haar zorgen weg. Tot haar leraar haar op een dag streng toesprak.
‘Prinses, je hebt lang genoeg gezongen! Het wordt tijd dat je normaal spreekt wanneer mensen je iets vragen, je bent geen kind meer!’
De glimlach gleed van prinsesjes gezicht. ‘Mag ik dan nooit meer zingen?’ vroeg ze half sprekend, half zingend.
‘Toch zeker niet als iemand het hoort,’ zei de leraar. ‘Je wordt ooit koningin en ik moet je daarvoor opleiden. Regel 1: Koninginnen zingen niet!’
Die nacht lag de prinses te huilen, zacht zingend. Nooit meer zingen? Dat was toch geen leven! Zingen was haar leven, het was haar energie, zoals water voor de bloemen en planten. Zonder zingen zou ze verwelken. Toen ze uiteindelijk in slaap was gevallen, kwam er een fee langs. Ze betoverde de prinses en vloog terug weg.

De volgende ochtend werd de prinses bedroefd wakker. Het zou de eerste dag in haar leven zijn zonder zingen. De gedachte maakte haar droevig en ze huilde. Tranen stroomden over haar gezicht, maar ze huilde zonder geluid. Ze probeerde iets te zeggen, om haar stem te testen, maar er kwam niets uit, ook niet toen ze probeerde te zingen. In paniek rende ze door het kasteel, op zoek naar iemand die haar kon helpen. Met grote gebaren probeerde ze aan haar vader en moeder uit te leggen wat er aan de hand was, maar die begrepen er niets van. ‘Sorry prinses, we hebben wel wat beters te doen dan van uitbeelderke te doen,’ bromde de koning. Ook haar leraar reageerde nors. ‘Zeg het nu gewoon, ik heb geen tijd voor onzinnige spelletjes!’ Waarop de prinses weer geluidloos begon te huilen. Ze sloot zich op in haar kamer. Ze had besloten dat ze liefst alleen en in alle rust wou verwelken.

Al dagenlang had de prinses zich opgesloten. Ze at niet, dronk niet en zong niet. De koningin begon zich zorgen te maken. ‘Zo ongelukkig heb ik haar nog nooit gezien! Ze was altijd zo’n vrolijke en gelukkige dochter. Ik eis een onderzoek naar hoe dit komt!’ zei ze met haar strenge we-weten-wie-de-baas-hier-is-stem.
‘Maar lieverd, vond je ook niet dat ze altijd té vrolijk was?’ Met al dat zingen en spelen! Bweik! Zoals ze nu is, zou ze een veel betere koningin zijn, als ze zou willen spreken uiteraard.’
De koningin werd briesend.  Een onderzoek was niet meer nodig, ze wist meteen wie er achter zat. ‘Wat heb je gedaan?’ Haar rode hoofd was op twee centimeter van dat van de koning verwijderd. ‘Euhm, niets ernstigs’, slikte hij. ‘Gewoon… Aan haar leraar gezegd dat hij haar moest verbieden ooit nog te zingen.’
‘Je hebt wat? Zingen is haar leven! Hoe kun je dat verbieden?’ Ze draaide zich om en liep de kamer uit. Ze moest dringend haar meest dierbare plant water geven.

Een zacht geklop op de deur deed de prinses opschrikken. Ze sloop er naar toe en piepte door het sleutelgat.
‘Liefje, ik ben het. Het is je domme vader die achter dit hele gedoe zit. Hij wou geen zingende koningin, omdat het zo niet hoort. Maar weet je, ik denk dat een zingende prinses het land mooier maakt. Dus, zing je alsjeblief weer voor mij?’
De prinses probeerde te zingen, maar het lukte niet. Ze opende de deur dan maar en gaf haar moeder voor het eerst sinds lang een dikke knuffel.

De volgende ochtend werd de prinses wakker en meende over een fee te hebben gedroomd die haar haar stem had terug gegeven.

‘Maar dat is natuurlijk belachelijk,’ zong ze in D-mineur. Ze schrok zich te pletter van haar eigen stem. ‘Ik zing! Ik zing! Mama, ik heb mijn stem terug!’ De hele dag zong ze in de mooiste majeur toonaarden. De zon brak door de wolken heen en het koninkrijk vierde feest. De koning werd prompt van de troon afgezet, de burgers hadden genoeg van deze oude, negatieve brombeer. Ze eisten een vrolijke, zingende koningin! En zo geschiedde het. De eerste zingende koningin leerde het hele volk zingen. Dat zingen ging door van generatie op generatie en nog steeds wonen er afstammelingen van dit koninkrijk op een stuk land, dat mens heden ten dage Limburg noemt.