Eerlijk gezegd had ik nooit durven hopen dat ik nog eens ooit
‘het verschil’ zou kunnen maken. Dat ik zoveel voor iets of iemand zou kunnen
betekenen. Als jonge boom, nu bijna zo’n 300 jaar geleden, hoopte ik alleen
maar op overleven. Eerst door de sterkste te zijn, daarna door hard genoeg te
hopen dat de mens me nooit zou omkappen voor mijn hout. Nu ik in mijn late
jaren ben, kan ik eindelijk die zorgen achter mij laten. Als oude, imposante
boom ben ik immers een gevestigde waarde geworden in het park en zullen ze me
dus niet zomaar nog omhakken. Bovendien ben ik wijs genoeg om in het ‘nu’ te
leven, want natuurlijk, als oude boom besef ik als geen ander dat mijn
sapstromen zo kunnen stoppen.
Ik leef dus nu. Nu kan ik iets betekenen voor iedereen die op
mijn bankje komt zitten. Mensen houden immers van de rust die ik uitstraal. Die
rust geeft hen dan inzichten. Alleen de echt gestoorde gevallen durven wel eens
te denken dat ik hen die inzichten influister. Alsof een boom kan denken, ik
dacht het niet! Of wel? Tijd om tot rust te komen, Leopold!