Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

zondag 25 maart 2012

De lente is in't land!

Ah, ik voel het, ik ruik het en ik zie het! De lente is in ’t land! Tijd om weg te dromen, het leven heeft weer een zonnige kant! Eindelijk weer tijd om wakker te worden, blaadjes aan te maken en vruchtjes te produceren. En uiteraard te genieten van het zonnetje, want dat stemt me altijd blij gezind. Met regen ben ik persoonlijk ook altijd blij, zolang het maar niet te veel is, maar dat geldt ook voor de zon. Ja, ik hou wel van het Belgische weer en dat is waarschijnlijk ook gewoon niet meer dan logisch. Dat mensen hun humeur vaak ook van het weer afhangt, wordt me altijd duidelijk tijdens deze periode. Plots schijnen zij ook weer in gang te schieten. Dat hoor ik dan vaak aan de verhalen. Soms zijn het doodgewone verhalen van simpele huisvrouwen die aan hun grote schoonmaak beginnen, soms levendige, enthousiaste verhalen over kinderen die samen kampen willen bouwen en vaak ook straffe verhalen over jonge mensen. Ah, die vind ik vaak heerlijk om te horen! Zo ving ik gisteren nog een conversatie op tussen twee jonge vrouwen.
‘Ah, zaterdag was toch weer een geweldige avond!’
‘Haha! Zeker wel, lang geleden dat ik nog zo hard gelachen heb. En zoveel gedronken ook, vrees ik.’
‘Ja, zeker wel. Ik zag het toen ge vertrok. Ik dacht eerlijk gezegd: ai ai, dat gaat niet goed komen. Gelukkig was dieje van elle erbij om u naar huis te doen.’
‘Ja, dat moogt ge wel zeggen… Zijn jullie nog lang gebleven nadien?’
‘Bwah, ni zo heel lang. Het was eigenlijk toen dat den Ben op zijn barkruk in slaap viel, dat we beseften dat het misschien beter was om te vertrekken.’
‘Wat? Meent ge dat nu? Is die op de barkruk in slaap gevallen?’
‘Haha, ja, dat was echt zo hilarisch! En wij die maar uitlachen. Man toch, die had ook echt te veel op, ze.’
‘Ja, maar ja, wat wilt ge? Zo’n heerlijk weer, na het werk efkes een terraske gaan doen en er om drie uur ’s nachts nog aan de toog hangen. Want den Ben was al behoorlijk aangeschoten toen we er om tien uur aan kwamen.’
‘Ja, daar kunt ge zeker van zijn. Hij had al stevig wat in zijn kas geslagen. We hebben hem trouwens dan ook echt nog naar huis moeten sleuren, ni normaal! En altijd langs de kant maar willen stoppen en zeggen dat hij niet meer vooruit geraakte en al. En toen we uiteindelijk bij hem thuis aankwamen, ging het alarm daar nog is af en moest hem rap zijn om het af te zetten, maar hij kon eigenlijk maar amper gaan… Man man, we hebben ons echt goed geamuseerd!’
‘Ja, dat zal wel! Als den Ben er bij is, zijn de straffe verhalen verzekerd!’
Schaterlachend en duidelijk nog na genietend verdwenen ze uit m’n observatieveld. Dat ze zich kostelijk geamuseerd hadden die avond in het weekend, leek me wel duidelijk. En dat het goede weer daar iets mee te maken had, was me ook zo klaar als ’n klontje. Heerlijk! Waren mensen altijd maar zo vrolijk en blij!

zaterdag 17 maart 2012

Schijn bedriegt

Dagelijks passeren er een hoop mensen en steeds weer valt hun diversiteit me dan op. Er zijn lieve mensen, rijke mensen, boze, mooie, stinkende, gewone, luidruchtige, zatte, eenvoudige, moeilijke en ga zo maar door. Toch val ik af en toe van de ene verbazing in de andere. Vaak rustten ze immers uit op het bankje dat aan m’n stam staat en dan hoor ik ze bezig. Dan besef ik: uiterlijk zegt lang niet alles.
Zo zaten er vandaag een vader met zijn zoon op het bankje. Toen ze aan kwamen gewandeld, dacht ik: ‘Oh help nee, wandel maar rustig door, marginalerds.’ Vooral de vader was nogal, euhm, opvallend met zijn marcelleke met uitpuilende dikke buik en gouden kettinkje aan. Ze gingen zitten en aan de manier waarop ze met elkaar praatten, kon je gewoon zien dat ze oprecht veel om elkaar gaven. Misschien zagen ze er niet uit zoals ‘de maatschappij’ (wat dat ook mag wezen) het zou willen, ze waren wel gelukkig. Net toen ze rechtstonden, kwam er een vader met zijn dochter aan. Ze zagen er heel gewoon en deftig uit. Ze gingen zitten en ik voelde meteen dat er hier iets niet loos was. De vader reageerde brut op de dochter: ‘Domme koe, ge waart bijna op die vogelscheet gaan zitten. Kijk toch eens wat beter uit uw doppen!’ Ik schrok van deze uitval. De dochter, ik schatte haar amper een jaar of twaalf, bleef er echter zeer kalm onder. Ze schoof wat weg van het obstakel en bleef stil. En toen zag ik het, de vader was gewoon stomdronken. Het deed me ongelooflijk veel pijn om dit in te zien. Hij was echt dronken en zij wist het. Erger nog, ze was er aan gewend. Ze wist duidelijk hoe ze op zo’n momenten met hem moest omgaan. Nee, arm schaap, zoiets zou niet tot de normale leefwereld van een 12-jarige moeten behoren. 

zaterdag 10 maart 2012

Moeder natuurlijk

Dat ik het heerlijk vind om lekker zelfstandig van mijn bestaan te genieten, heb ik al vaak genoeg vermeld. Niet dat het voor een boom daarom echt vanzelfsprekend is om alleen te zijn, maar het ligt toch veel eerder in onze natuur. Uiteraard bestaat er zoiets als tweelingbomen, maar dat zijn eerder de uitzonderingen. Veelal staat een boom op zichzelf. Trots en groot. Ja, zo zou ik mezelf wel willen beschrijven. Heel trots zelfs. Trots op de hoeveelheid zuurstof die ik per dag afgeef aan de wereld, trots op mijn ouderdom en trots op mijn ontelbare nageslacht.
Die laatste soort fierheid is er eentje die ik ook vaak bij mensen observeer. De relatie tussen moeder en kind is iets unieks in de natuur. Want, hoe trots ik ook al mag zijn over mijn nageslacht, ik weet eigenlijk niet echt hoeveel kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, etc heb. Van de beukenboompjes die in mijn buurt staan, kan ik slechts veronderstellen dat ik er iets mee te maken heb. Ik zeul ook geen negen maand lang rond met hen alvorens ik ze zie. Mocht dat wel het geval zijn, zou ik er ook wel een veel hechtere band mee hebben, lijkt me. En dat zie ik dus steeds bij moeder en kind. De liefdevolle blikken die ze kunnen uitwisselen, de verzorgende handelingen, de bezorgde bedenkingen als ze ouder worden.
Het mooie is ook dat het een soort van wisselwerking is. Eerst zorgt de moeder voor het kind en als ze ouder worden, zorgt uiteindelijk het kind voor de moeder. Mooie, warme gebaren, die me goed gezind stemmen en dan denk ik: de CO2 uitstoot mag dan wel de afgelopen decennia danig gestegen zijn, zulke goede zorgen geven een boom hoop.