Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

vrijdag 23 december 2011

Over de janetten onder de bomen en verdraagzaamheid

Vanaf de moment dat het kouder en donkerder wordt, zie ik ieder jaar weer in de verte dat mensen lichtjes ophangen in dennenbomen. Persoonlijk ben ik heel blij dat ze van mij, tot hiertoe, altijd zijn afgebleven. Want, hoe mooi ik het ook vind om er naar te kijken, ik zou zo’n lichtjes nooit rond mijn takken willen. Nee, ik heb liever dat ze van mij afblijven.
Ik heb me nochtans als vaak afgevraagd waarom ze juist dennenbomen versieren. Want komaan, een den straalt nu toch echt niet zoveel uit als een trotse eik, of nog beter, een imposante beuk. Een den blijft heel zijn leven zo’n stekkendun stammetje hebben en heeft zelfs geen echte bladeren. Alleen maar wat van die stekende dingetjes, pff! Janetten zijn het, die dennen! Dus ja, zo’n lichtjes, het past wel bij hun identiteit, denk ik. Overigens hebben dennen nu eenmaal weinig potentieel, me dunkt. Waarschijnlijk beseffen mensen dat maar al te goed en verkiezen ze daarom dennen om te versieren, om ze zo toch nog wat meer doel in hun leven te geven. Maar goed, dit zou niet over m’n aversie ten opzichte van dennenbomen mogen gaan. Dat heeft immers weinig relevantie.
Kerstmis, juist. Zo noemen mensen die periode. Die lichtjes, die hele periode van kou en donkerte, zorgt er bij mensen voor dat ze doorgaans vredevoller en meer vergevingsgezind door het leven gaan. Dat vind ik altijd fijn om te observeren. Je voelt het gewoon in de lucht hangen. Het is alsof de lichtjes vrede uitstralen. Mensen omhelzen elkaar, drinken samen warme dranken rondom een vuur en vertellen leuke verhalen. Vroeger hoorde ik zeer vaak het verhaal over de geboorte van een speciaal iemand. Maar dat verhaal schijnt minder en minder belangrijk te zijn geworden, in deze tijden. Het werd vervangen door verhalen over solidair zijn, samen delen en vergeven. Typisch wel dat deze waarden alleen maar in de donkere tijden worden gepromoot. Alsof men in de zomer wel egoïstisch mag zijn… Of ben ik nu weer ’n oude, zagende boom? Sja, daar kan deze oude knar weinig aan veranderen. Hoe dan ook besef ik dat deze periode voor mensen veel betekend, daarom wens ik al mijn lezers een prettige kerst en voor het nieuwe jaar: de beuk erin!

maandag 12 december 2011

Over aantrekkingskracht en de menselijke nood van het leven te delen

Omdat ik steeds op dezelfde plaats blijf staan en dit nu al jaren en jaren achter elkaar, ben ik, naar ik meen, vrij goed geplaatst om bepaalde trends te zien bij mensen. Of nog beter, ik ben ideaal geplaatst om te zeggen welke dingen voor mensen echt belangrijk zijn, gewoon omdat ik ze blijf observeren. Zo is er een fenomeen dat ik nu al sinds mijn ontstaan waarneem: de aantrekkingskracht tussen mensen. Vaak is die tussen mannen en vrouwen het grappigst. Mensen zijn, in tegenstelling tot bomen, duidelijk niet gemaakt om alleen te zijn en daar ben ik vaak persoonlijk getuige van. Vooral van het prille begin weet ik vaak veel, want jonge mensen hebben vaak de neiging om af te spreken in het park, om elkaar beter te leren kennen. Die aftastende fase vind ik heerlijk om te bekijken. Zo was ik vorige week nog getuige van twee zielen die elkander duidelijk vonden op het bankje onder me.
Ze waren reeds in gesprek toen ze zich onder me neerzetten. Ze waren wat aan het palaveren over blaadjes en takjes. Toch kon ik meteen aan hun lichaamshouding zien dat ze elkaar meer dan leuk vonden. Haar ogen twinkelden en hij kwam steeds dichter tegen haar zitten. Toen hun gesprek wat stilviel, aarzelde de jongen eventjes, maar haalde uiteindelijk toch al zijn moed bijeen. Hij schoof tot vlak bij het meisje, legde zijn arm over haar schouder en zei: ‘Tenzij je dat te snel vindt?’ Haar wangen liepen een beetje rood aan. Ze keek naar hem op en zei: ‘Nee hoor, ik vind het stiekem wel fijn.’
‘Weet je, ik heb je altijd al een heel bijzondere meid gevonden, maar ik durfde het nooit echt toe te geven,’ zei de jongen toen zachtjes. Het meisje glimlachte naar hem.
‘Ja, dat gevoel herken ik wel,’ zei ze meteen.
‘Echt? Sinds wanneer zie jij mij dan zitten?’ vroeg de jongen verbaasd.
‘Goh, moeilijk echt een datum op te plakken. Ik denk gewoon dat ik al vanaf het begin voelde dat het wel klikte tussen ons. En ik was zeer blij toen ik hoorde dat je mee op weekend ging.’ Ze glimlachte warm bij de gedachte. ‘En ja, toen op weekend voelde ik echt wel dat ik je meer dan leuk vind.’
De jongen glimlachte ook en zei: ‘Ja, nadien was ik boos op mezelf omdat ik het je toen niet durfde te vertellen.’
‘Maar dat doet er nu niet meer toe,’ zei zij toen. Hij nam haar gezicht in beide handen en fluisterde: ‘Nee, alleen vandaag telt.’ En toen kuste hij haar. Heel teder, zachtjes en lang. Heel lang. De kus werd ook steviger, tot ze elkaars gezicht zowaar aan het aflekken waren. Weg met die verlegenheid!
Haha, ja, echt vreemde wezens die mensen! Maar wel fijn dat ze elkaar gevonden hebben. Ik hoop nu maar dat ze elkaar gelukkig blijven maken. Want dat zie ik ook maar al te vaak gebeuren, dat mensen elkaar na een tijdje ongelukkig maken, dat ze beginnen roepen en schelden, maar toch blijft die aantrekkingskracht er. Heel vreemd… Ik ben blij dat wij bomen doorgaans gemaakt zijn om alleen door het leven te gaan. Geen gedoe met levenspartners, geen moeilijkheden maken waar er geen zijn. Nee, laat mij maar rustig van het zonnetje genieten en water opslorpen. Dat zijn mijn persoonlijke geneugten en daar heb ik ruim voldoende aan!

donderdag 24 november 2011

Terug naar de essentie

Persoonlijk vind ik mensen behoorlijk vreemde wezens. Begrijp me niet verkeerd, ik hou van mensen, maar soms kan ik ze nogal moeilijk begrijpen. Ik heb zo soms het gevoel dat ze zich boven de natuur stellen, alsof ze slimmer zijn dan alles en iedereen. Ze lijken soms te vergeten dat ze hun leven aan de natuur te danken hebben.
En toch, dat is niet altijd zo geweest. Ik herinner me nog goed dat mensen vroeger veel meer respect hadden. Toen waren er nog geen stinkende auto’s en bestond er nog geen plastiek, die zomaar in het bos weggegooid werd. Ik moet toegeven, niet alles was vroeger beter. Zo besef ik maar al te goed dat ik m’n spreekwoordelijke wortels mag kussen dat ik hier nog steeds sta. Vele van mijn soortgenoten zijn immers in de loop der jaren in de kachel beland. De opkomst van centrale verwarming en konsoorten stemmen mij persoonlijk dus al zeer blij, maar ik geef toe, dat is gewoon puur uit eigen belang.
Toch vind ik het jammer dat er zo weinig mensen nog de essentie van het leven schijnen te vatten. Ik vermoed dat er een verschil is tussen de essentie in het leven van een boom en het leven van een mens, uiteraard, maar ik heb toch het gevoel dat het de afgelopen decennia een beetje verkeerd gelopen is bij de mensheid. Waarom denk ik dat? Goh, ik heb zo het gevoel dat er veel meer ongelukkige mensen rondlopen dan een tijd terug. Als ik ze zo bezig hoor, hebben ze alles wat hun hartjes maar begeerd en toch hoor ik ze dan klagen tegen hun vrienden. Dat ze hun man of vrouw verdenken van overspel, dat ze niet weten wat ze juist willen doen met hun leven, dat ze toch veel te snel oud worden, dat ze spijt hebben van hoe ze de dingen in het verleden hebben aangepakt.
Als ik dat dan hoor, word ik echt triest en bedenk ik me hoe mensen vroeger er gewoon het beste van maakten.
Om dan nog maar te zwijgen over de kinderen! Vroeger konden ze zich uren en uren amuseren met het simpelste speelgoed. Ze hadden fantasie, creëerden hun eigen wereld, bouwden kampen hier in het bos en konden zich uren met een afgestorven tak amuseren. Nu zie ik amper nog kinderen, tenzij op zondag, als ze braaf met de mama en de papa gaan wandelen. Vaak hoor je ze dan jengelen over welk speelgoed ze willen hebben, maar niet krijgen. Jammer, echt jammer!
Uiteraard kan ik daar als boom op zich weinig aan doen en moet ik dit met lede ogen aanzien. Toch kaart ik het bij deze eventjes aan, zodat jullie, trouwe bloglezers, misschien naar je eigen essentie terug kunnen graven om zo weer gelukkig te worden. Ik zal me ondertussen met mijn essentie bezig houden en heerlijke koolstofdioxide opsnuiven, hem omzetten naar zuurstof om deze dan weer over de wereld te spreiden. Nog veel werk voor de boeg, dus!

dinsdag 15 november 2011

De man die bij de kapper wegliep

Wat ik persoonlijk altijd heel fijn vind, is wanneer er mensen op m’n bankje gaan zitten en hun verhaal doen tegen elkaar. Ja, dat vergat ik in mijn vorige blogbericht te vertellen. Ik sta in een park, naast een klein vijvertje en onder mij staat dus een houten zitbank. Op die bank komen mensen dus vaak samen en doen hun verhaal dan tegen elkaar. Gevoelens, roddels, anecdotes en noem maar op. Waarom? Ik weet het ook niet echt. Misschien omdat de buitenlucht vaak relativeert? Wat ik wel weet is dat ik verdomd veel weet over heel veel mensen. Roddeltantes zouden veel aan mij kunnen komen vragen, want ik weet vaak de sappigste details eerst.
Zo was het vandaag een pracht van een nazomerdag. Die vind ik altijd heerlijk. M’n blaadjes schittereden weer als klompjes goud in de zon en dan voel ik me steeds de koning ter rijk. Alsof dit alles nog niet genoeg was, kreeg ik ook weer heel wat geroddel te horen van Maria en Yvonne, die geregeld op m’n bankje komen uitrusten.
‘Gisteren zat ik bij de coiffeur voor m’n permanent’, zo begon Maria, ‘en er zat zo een jonge kerel in de stoel naast me. Die zijn telefoon belt en hij neemt op terwijl de kapper gewoon verder blijft knippen en ineens zegt hij ‘ja sorry, ik moet weg, ik kom morgen wel terug.’’
‘Dus die is zomaar met ’n half afgewerkte coupe vertrokken?’ vroeg Yvonne vol ongeloof.
‘Inderdaad, en ge zag het echt wel dat het nog lang niet klaar was. Zo langs den ene kant al geknipt en den andere zo nog wild in’t rond steken… Echt geen zicht en da’s wel jammer, want ’t was geen lelijke jongen en ’t is toch veel netter als uw kapsel volledig geknipt is, denk ik dan. De kapper zei nadien dat die kerel een of andere belangrijke job heeft, maar toch, zomaar weglopen bij de kapper…’
Op zich vond ik het niet zo’n extreem straf verhaal, maar toen ik iets later een jonge man zag passeren, druk in gesprek aan z’n gsm, met een kapsel dat langs een kant netjes geknipt was en de andere kant niet, kon ik niet anders dan lichtjes gniffelen. Alsof hij me kon horen, stopte hij toen hij had opgelegd, zuchtte en zei: ‘Weet nu echt heel het dorp dat ik bij de kapper ben weggelopen?’ Waarop ik, als antwoord, een laat beukennootje losliet, dat recht op z'n halve kapsel belandde.

donderdag 10 november 2011

De eerste reflecterende boom stelt zich voor

Het is tijd. Tijd om de tijd er voor te nemen. De tijd te nemen om alles wat ik heb ervaren, heb gezien, gevoeld en beleefd te delen met jullie. Gewoon, omdat het fijn is om dingen te delen, zeker na jaren en jaren van stilte. Ik wil mezelf een stem geven, wat me via deze weg eindelijk zal lukken. Ik besef het, een boom die blogt, het is misschien een beetje vreemd. Hoewel, in deze tijden kijken mensen nog van weinig dingen op, dus een reflecterende boom zal ook wel in dat rijtje passen, zeker? 
In de loop der jaren heeft men mij vele namen gegeven, maar zelf heb ik altijd de naam 'Leopold' het mooist gevonden. Het heeft iets klassieks, iets blijvends en het doet me aan mijn jeugd herinneren. Daarom heb ik besloten dat ik Leopold heet, want zoals je misschien niet zal verbazen, kiezen wij bomen vaak onze naam zelf. En dat is slechts een van de vele voordelen die je hebt als je een boom bent. Want jawel, er zijn zoveel mooie aspecten aan het boom zijn. Genieten in de zon, altijd omringd door andere bomen (toch als je, zoals ik, in een bos staat), veel mensen zien passeren en vanalles te weten komen over hun levens. Ja, het is heerlijk om een boom te zijn!
Je vraagt je misschien af hoeveel ’n boom zich doorgaans herinnert. Wel, in mijn geval is dat veel. Heel veel zelfs. Mijn eerste herinneringen gaan terug tot op de dag dat ik het eerste zonlicht zag. Ik had welgeteld twee blaadjes aan mijn stokje (want stam kon je het toen nog niet noemen!). Mijn eerste gedachte was dan ook: ‘Wauw, wat is het fijn om warmte te voelen.’ Het zonnetje maakte me blij, alsook m’n omgeving. Ik nam ze in me op. Ideaal geplaatst, zo naast ’n natuurlijk gevormd vijvertje. Het gaf me een goed voorgevoel. En dat goede voorgevoel was terecht, want ik sta hier nu toch al enkele jaren. Hoeveel? 200? 300? Ik weet het zelf eigenlijk ook niet echt. 
Maar in de loop van die jaren heb ik zoveel indrukken opgedaan dat het dringend tijd werd, zo meende ik, deze te delen. Vandaar dus deze blog en deze eerste poging in de geschiedenis, naar ik weet dan toch, van een boom die zijn standpunten probeert te verduidelijken aan de mensheid.