Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

woensdag 4 september 2013

Zou het ergens anders beter zijn?

Haha! Nu heb ik jullie allemaal lekker voor eik gezet! Want ik heb al zo lang niet meer geblogd dat ik gisteren een e-mail kreeg van een ongeruste fan die zich af vroeg of ik met vakantie was. Uiteraard is niets minder waar en sta ik nog steeds netjes op m’n plaatsje bij het vijvertje (waar nooit water in schijnt te zitten) in het park. Ik droom er vaak van om eens een ander plekje op deze wereld te zien, maar dat is behoorlijk onmogelijk zoals jullie je wel kunnen inbeelden… Gelukkig krijg ik de laatste dertig jaar wel meer en meer verhalen te horen over plekken ver weg van hier. Vroeger gebeurde dat haast nooit en was een verhaal uit de stad vaak het meest spannende van die maand. Tegenwoordig schenk ik amper nog aandacht aan die verhalen.
Deze middag hoorde ik enkele boeiende reisverhalen. Zo hoorde ik Jeanne tegen José zeggen dat haar kleindochter in het hoge noorden op trektocht was geweest, helemaal alleen, gewoon met een tentje en verder niets. ‘Een strijd tegen de natuur’, zo noemde Jeanne het. Al vraag ik me dan af hoe de natuur kan strijden, want eerlijk waar, met de beste wil van de wereld kan ik mezelf niet bewegen. Een strijd tegen het weer zou ik persoonlijk een betere uitdrukking vinden. Maar goed, Jeanne liet ook enkele foto’s aan José zien. Ik zag prachtige bergen en dennenbossen. Geen enkele loofboom. Zou ik daar dan niet overleven? Het zag er wel prachtig uit…
Toen Jeanne klaar was met het vertellen van de avonturen van haar kleindochter, was José aan de beurt. Haar kleinzoon was met een brandweerwagen helemaal tot in Mongolië gereden. ‘Voor het goede doel’, voegde ze er nog gewichtig aan toe. Ik heb geen idee van waar Mongolië juist ligt, maar aan de grootte van Jeannes ogen, denk ik dat het een eind rijden is. Ook José haalde foto’s van de reis boven. ‘Kijk, dat is onze Joris en dat is zijne maat.’ De twee jonge kerels stonden trots boven op de brandweerwagen. ‘En kijk, zo ziet het er ginder dus uit. Die mensen hebben echt niets,’ zei José met een stem vol medelijden. Op de foto zag ik een eindeloos dor landschap en een soort huis dat meer op een tent leek. Zat er ginder wel water in de grond? Ik voelde ongewild dorst op komen bij het bekijken van de foto’s alleen al. Nee, daar zou ik ook nooit aarden. Geen enkele boom zelfs, bedacht ik me toen.

Ik keek nog eens omhoog naar het zonnetje dat m’n bladeren deed tintelen, ik zag al m’n bevriende bomen om me heen en ik voelde me thuis. M’n wortels zogen nog eens flink wat water uit de grond en ik dacht tevreden: er is geen betere plaats op aarde dan hier.