Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

dinsdag 18 december 2012

Het mensenmedicijn voor herinneringen



Op een regenachtige, grijze dag als vandaag, kan je als boom bijna niets anders doen dan de tijden analyseren. Gelijkenissen en verschillen, hoe dingen evolueren, en er dan over te reflecteren. Is die bepaalde verandering beter? Of toch niet?  Het is een van mijn favoriete tijdverdrijven. En zo kwam ik vandaag op de volgende vaststelling: de voorbije decennia worden mensen alsmaar ouder. Ze blijven ook enorm mobiel, zo tot hun tachtigste lijkt een minimum te zijn. Alle zeventigers wandelen nog zeer kwiek voorbij. De tachtigers passeren meestal gezapiger. Ik vind hen dan ook het schattigst. Ze hebben vaak de grappigste roddels bij en ze houden van het leven. Toch valt het me ook op dat ze veel sneller dingen vergeten. Zo zag ik een paar maanden geleden Martha ronddwalen in het park. Ik ken Martha al jaar en dag. Vroeger passeerde ze steevast klokslag om vijf uur met haar hondje Trix. Ze was altijd netjes gekleed en knikte naar iedereen die passeerde. En toen zag ik haar plots niet meer passeren. Tot die ene dag dus enkele maanden geleden. Ik zag meteen dat het niet goed ging met haar. Ze had vreemde kleren aan en ze liep verloren rond.
‘TRIX!’ riep ze voortdurend. Ze was haar geliefde rakker kwijt. Vreemd, dacht ik, want ik heb een goed zicht op het park en had geen Trix gezien die namiddag.
Martha begon harder en harder te roepen. ‘Trix! Trix! Trixenbix!?!’ Plots zag ik een heel afwezige blik in haar ogen verschijnen, alsof ze ineens niet meer wist wie of waar ze was en wat ze daar stond te doen. Ze bleef er een tijdje zo staan, tot er iemand passeerde.
Martha kwam weer helemaal tot zichzelf, knikte vriendelijk goeiendag en ging terug naar huis. Sindsdien heb ik haar sporadisch nog gezien. Soms leek het alsof ze weer helemaal de oude was, maar vaker en vaker zag ik haar in verstrooide toestand. Ik vind het zo jammer voor haar. Ik zie hoe ze er tevergeefs tegen vecht.
De laatste keer da tik haar zag, leek ze me echter heel gelukkig. Ze zat in een rolstoel, haar dochter duwde haar verder en ik hoorde hoe Martha zachtjes ‘Fools Rush In’ zat te neuriën en hoe de wind zachtjes mee deed. In haar blik ving ik weer een glimps op van de Martha die 60 jaar geleden smoorverliefd met Gust op het bankje onder me zat. Het stelde me gerust. Ze mocht dan veel vergeten, dat ene liedje was haar medicijn. Het bracht haar terug naar de mooiste periode uit haar leven. En ik zag dat het goed was.

woensdag 5 december 2012

De wintercirque is weer begonnen...



Lap seg! De wintercirque is weer begonnen. En ik HAAT de winter! Veel te koud. Ik kan niet productief zijn en moet het weldra stellen met de sappen die ik, nu de grond nog niet bevroren is, nog in mij kan zuigen. Eerder deze week was er al de eerste sneeuw en nu hoorde ik twee vrouwtjes zeggen dat het vrijdag al tien centimeter zou sneeuwen. Het is nog veel te vroeg! denk ik dan in paniek. Normaal moet eerst de cirque passeren en wordt daarna pas echt winter…
Want alsof de kou nog niet erg genoeg is, heeft de mens in de loop der jaren van alles verzonnen om de winter ‘gezelliger’ te maken. Zo zag ik daarstraks die dwaas met z’n rode gewaad en vreemde hoed op z’n witte paard passeren, gevolgd door z’n zwarte hulpjes die achter hem aan holden als halve gekken. Ik vermoed dat ze onderweg waren naar een school in de buurt. Ik hoorde die op z’n paard toch iets mompelen over ‘die brave kinderen’. Een vreemde snuiter! Ik zie hem elk jaar wel eens passeren rond deze tijd, maar ik begrijp het concept er rond niet helemaal. Zo zie je maar, zelfs een oude, wijze beukenboom weet niet alles…
En ieder jaar, als die oppermachtige man uit het zicht verdwenen is (want hij is wel redelijk imposant), kunnen de mensen weer vrolijk aan de slag gaan met hun lichtjes en dennenboomverering, maar daar deed ik vorig jaar reeds m’n beklag over (Over de janetten onder de bomen en verdraagzaamheid). Als al die miserie dan gedaan is, dan pas begint de echte klote winter en is het nog twee maanden afzien alvorens ik me weer wat kan beginnen ontplooien. Ah bah! Ik zeg het, barre tijden breken aan! Wie me dus wil komen troosten, kan dat steeds! Een warme knuffel van trouwe lezers krikt deze oude rakker immers steeds weer helemaal op.

woensdag 21 november 2012

Een teken voor het einde der tijden



Hebben jullie het daarstraks ook gezien? De grijze lucht die precies een roze schijn gaf. Het is het soort lucht dat iets ongelooflijk onvoorspelbaars over zich heeft. Alsof hij twijfelt: zal ik de wereld laten vergaan, of nog niet?
Wij, bomen, blijven daar doorgaans nogal rustig onder. Het is uiteindelijk zo dat geen leven eeuwig is en als boom groei je op met de gedachte: iedere dag kan de laatste zijn. Uiteraard ben ik des te meer dankbaar dat ik hier nu toch al enkele honderden jaren sta.
In ieder geval, dieren lijken veel minder met die gedachte op te groeien. Zij werden vandaag echt compleet gek van die vreemde luchtkleur. Zo rende er een hele eekhoornfamilie de ganse tijd over m’n takken, van uiteinde naar uiteinde, en vogels zaten de longen uit hun lijf te tsjierpen. Ik zag zelfs een hert passeren op een drafje. Dat verraste me even, want ik dacht dat de laatste herten jaren geleden al uit het bos verdwenen waren. Deze verbazing maakte echter snel genoeg plaats voor meer ergernis toen ik een specht in m’n stam voelde spechten. Het ritmische getik deed me daveren.  En de andere vogels ondertussen maar krijsen en die hatelijke eekhoorns maar over mij heen lopen. Ik wou het zo graag kunnen uitschreeuwen van frustratie, maar als boom sta je op zo’n moment machteloos.
Gelukkig maar dat de lucht besloot de wereld niet te laten vergaan vandaag, want ik wil niet dat m’n laatste gedachte ‘klote beesten!’ is. Nee, als de wereld vergaat, liefst zo ongemerkt mogelijk, zonder paniek, zodat alles en iedereen vredig, en hopelijk ook gelukkig, kan komen te gaan. Dank bij voorbaat!

woensdag 7 november 2012

Schimmelgevaar!



Er zijn zo van die dagen dat je merkt dat er iets op til staat. Soms is het een goede spanning, dan zijn de mensen blij en vliegen ze van hier naar ginder om van alles te regelen. Meestal een feestje, ofzo. Vandaag was het echter een verontruste tumult. Het frustrerende is dan dat je flarden opvangt van de mensen die voorbij hollen, maar je weet nooit echt meteen waar het over gaat. ‘Het wordt dringend tijd dat we ze inspecteren,’ hoorde ik vanmorgen een man in pak met een bezorgd gezicht zeggen. Een beetje later passeerden er twee werkmannen, misschien liepen ze niet echt, maar ik zag toch wel dat ze hun pas iets hadden aangepast. Ze wilden ergens op tijd zijn. Misschien was dat wel hetgeen me het meest alarmeerde. Als de werkmannen al ergens spoedig willen zijn, dan moet het iets ernstigs zijn. Meestal slenteren ze immers van perkje naar perkje met hun hark en rijf. Nooit gepresseerd en onder het motto: doen we het vandaag niet, dan hebben we morgen ook nog altijd. Je kan je dan ook mijn verbazing voorstellen toen ik een van de twee hoorde zeggen: ‘Dat zullen we vandaag dan toch echt nog moeten oplossen.’ Nu wist ik het zeker, er was iets aan de hand! Onthutst keek ik even in het rond, naar de andere bomen. Nee, zij wisten ook niet wat er aan de tak was.  Het was ons wel duidelijk dat wat de onrust ook veroorzaakte, het ergens vanachter in het bos was. Dus het zou nog even duren eer het nieuws tot bij ons kwam, als het van boom tot boom moest gaan.
‘Ja John, ik weet het. Er is weinig aan zo’n schimmelinfectie te doen, maar we kunnen toch op z’n minst de geïnfecteerde bladeren van de bomen zo snel mogelijk bijeenrijven en weg doen. Zo kunnen we voorkomen dat andere essen geïnfecteerd worden,’ hoorde ik de man in kostuum, die ik ’s ochtends ook al gezien had, tegen zijn gsm praten.  Een schimmelinfectie op de essen? Meteen begonnen de bomen rondom mij onrustig heen en weer te wuiven. Zou het een infectie zijn die het hele bos zou lam leggen? De man had gesproken over ‘de andere essen’, zou het dan alleen over onze dierbare broers gaan? Of zullen we allemaal ten onder gaan?
Een hele namiddag hebben we in spanning staan wachten en toen werden de geruchten bevestigd. Het ging inderdaad over een infectie op de essen. Ze zagen er blijkbaar erg slecht uit, met paarse bladeren. Stiekem zou ik het wel willen zien, maar hoe hard ik m’n stam ook probeer uit te rekken, ik kan niet tot het einde van het bos kijken. Of dat van die paarse bladeren dus echt is, of een overblijfsel van het doorgeven van boom tot boom, weet ik niet. Desalniettemin wil ik via deze weg alle essen veel sterkte toewensen. Wees sterk en geef niet toe aan infecties!

donderdag 25 oktober 2012

Het heeft weer gewoestijnzand



In m’n leven ben ik al met menig weerverschijnsel in contact gekomen: regen, hagel, onweer, sneeuw, hittegolf en zelfs een tornado, zoals u onlangs reeds kon lezen.
Eerder deze week werd ik weer geconfronteerd met een minder frequent verschijnsel. Het woestijnzandde weer eens. Een heel subtiel en vreemd gegeven omdat je het niet echt voelt terwijl het plaats vindt. Het is pas wanneer het gedaan is, dat je merkt bedekt te zijn met een laagje stof en zand. Warm zand, dat wel, met een zonnige boodschap. Het deed me wegdromen. Hoe heerlijk zou het zijn om in de woestijn een boom te zijn? Heel der dagen volle zon. Natuurlijk, ik zou de regen ook wel missen… Maar toch, zoveel zonovergoten dagen dat ze daar hebben. Het zijn gelukzakken, de palmbomen en cactussen onder ons! Wij, beukenbomen, moeten het doen met vier seizoenen om te kunnen overleven. Driewerf helaas! Ik weet ook wel dat ik er niets aan kan doen, dat men mij zo maar niet meer verplant, maar zou het eens niet fijn zijn van voor 1 dag te doen alsof je een ander soort boom was? Mensen doen dat toch ook, zo af en toe. Dan verkleden ze zich en doen alsof ze iemand anders zijn. Dat wil ik ook invoeren voor bomen! Dan zou ik dit jaar kiezen om een mangrove te zijn, of toch een palmboom, of misschien een kastanjeboom? Ja, een kastanjeboom en dan de Richard van hier iets verderop imiteren. Met zijn pronkerige uitstraling van: ooh, mijn vruchten zijn toch groter dan die van u. De snotter! Hij staat hier begot nog maar amper tweehonderd jaar.
Nu ik er over nadenk, zo een dag per jaar doen alsof je een ander soort boom bent, ik zou mezelf er wel mee kunnen amuseren…