‘Oh, dat is
waar! Ik moet je nog iets vertellen.’ Vanmiddag zaten Sharleen en Karen
gezellig te keuvelen op m’n bankje. Ze trokken het zich niets aan van de kou en
dat stemde mij blij gezind. Ik ben nog steeds niet klaar voor de winter. Ik hou
koppig mijn laatste blaadjes vast, maar het is tevergeefs. Straks zal ik me er
bij moeten neerleggen dat de natuur sterker is dan mijn wilskracht, helaas! En
dan zitten alle mensen weer warm, gezellig binnen en ben ik weer van niets meer
op de hoogte…
Enfin,
Sharleen en Karen zijn jonge volhoudertjes, die voorlopig nog geregeld de kou
trotseren en op mijn bankje komen bij praten. Daar hou ik wel van.
‘Vertel,
Karen, wat weet ik nog niet?’ Sharleen is uiterst curieus en is pas tevreden
als ze alles van naaldje tot draadje weet, in dat opzicht trekken we nogal hard
op elkaar.
‘Wel,
gisterenavond belde er iemand bij ons aan, dus ik ga opendoen en zie er een man
staan met een bos rozen in z’n handen. Hij zegt: ‘Ik kom deze bloemen afleveren.’
dus ik neem ze aan en denk: ah ja, die zullen van de nieuwe vriend van ons mama
zijn. Ik neem ze aan en zie dat ze voor mij zijn.’
‘Van Jasper?’
piepte Sharleen met ogen zo groot als appels.
‘Inderdaad.’
Ik zag een vage glimlach op Karens lippen.
‘Oooh! Dat
is kei lief!’ Sharleen was duidelijk onder de indruk. Ze begon hyperactief in
haar handen te klappen en gilde nog wat verder.
‘Ja echt,
man! Zo een grote bos bloemen! Ik heb nogal moeten zoeken achter een vaas waar
ze allemaal in pasten.’ Ze klonk alsof het allemaal bijna te veel was geweest
om die vaas te zoeken.
‘Zo
romantisch!’ Sharleen zuchtte nogmaals. Ze had de nuchtere reactie van haar
vriendin duidelijk niet gehoord.
‘En waar
moet je zo’n grote vaas dan zetten? Ze is echt te groot voor op tafel te
zetten, maar als ik ze op de grond zet, zit de hond er aan.’
‘Wauw, echt
zo’n grote bos?’
‘En rozen,
hoe lang blijven die goed? Zoveel geld, voor zo weinig plezier…’ Karen bleef
maar doordrammen over allerlei praktische zaken, terwijl Sharleen die
opmerkingen negeerde. Ik vond Karens reactie maar vreemd. Ik mag dan geen mens
zijn, zelfs ik zou enthousiaster reageren op het krijgen van een bos rode
rozen. Ik dacht trouwens dat vrouwen altijd overstromen van emotie. Blijkbaar
geldt dat alleen maar voor negatieve emoties. Vorige week zag ik Karen ook
passeren met haar vriend. Ze was zich toen druk aan het maken over het feit dat
hij te veel door de modder wandelde, want wat zou zijn moeder niet zeggen van
zo’n vuile schoenen?
Ja, ik ben
blij dat ik een boom ben, en moest ik ooit als mens terug komen, laat het dan
als vrouw zijn, want om goed te doen als vent, dat is precies geen sinecure…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten