Over mezelf

Hallo daar! Voor zij die hier voor de eerste keer komen, even kort schetsen wie ik ben. Ik ben Leopold, de eerste en enige bloggende beukenboom. Soms ben ik een echte oude bromboom en soms zo enthousiast als een pasgeboren stekje. Doel van deze blog: mensen eens door een andere bril naar de wereld en de natuur laten kijken. Geniet er van!
Natuurlijke groeten,
Leopold

donderdag 19 januari 2012

Was het vroeger beter?

Gelukkig is het alweer een hele poos geleden dat ik nog eens overdonderd werd door knallen en flitsen. En dan heb ik het niet over het natuurlijke, typische zomer onweer, maar over het soort geproduceerd door mensen. Nu ik er zo even bij stil sta, denk ik niet dat ik ooit al zo’n lange periode van stilte gekend heb. Oorlog, juist, zo noemen mensen het.
Nee, het is echt al lang geleden en daar ben ik blij om. Ik mag van geluk spreken dat ik nooit zelf ben omgekomen bij zo’n bombardementen. Zo herinner ik me nog een ijskoude winterochtend, een jaar of zeventig geleden. Een dikke laag sneeuw bedekte m’n takken, mensen bleven zoveel ze konden binnen, behalve zij, die in een soort bosachtig gekleurde kledij rondliepen. Zij verscholen zich rondom mij. Ik voelde een spanning, maar wist niet wat het was. Misschien was het omdat ik hen niet verstond. Dat geeft me vaak een onzeker gevoel, omdat je dan niet weet wat ze juist van plan zijn. Dat ze echter een plan hadden, daar was ik zeker van. Het dorp had de weken daarvoor immers al heel de tijd op de toppen van hun tenen gelopen, duidelijk op hun hoede. Die ochtend kon je het bijna letterlijk voelen dat er iets stond te gebeuren. Ik probeerde me er niet te veel van aan te trekken.
Het begon lichtjes te sneeuwen en ik genoot intens van de rust die hiervan uitging. Ik probeerde de vlokken te tellen, zoals ik zo vaak doe gewoon omdat het zo’n zalig gevoel geeft. Plots werd ik opgeschrikt door een hels lawaai. Een sirene loeide zo luid als ik nog nooit gehoord had. De mannen in hun camouflage kostuumpjes begonnen onrustig te worden en ik hoorde nog meer lawaai. Voor ik het wist, stond het ganse bos in lichterlaaie. Ik zag gaten in de grond, bomen die levenloos in elkaar stortten en overal bloed. ’n Vernieling die verricht werd in slechts enkele seconden tijd. Toen was het stil. Zo oorverdovend het lawaai was geweest, zo oorverdovend was de plotse stilte. Zoveel vernieling, hoe was het mogelijk?
Van de mannen zag ik nog slechts twee van de acht rondlopen. Ze liepen naar hun maten die op de grond lagen, bebloed, bewegingloos. Machteloos probeerden ze hen weer tot leven te wekken, maar niets hielp. Vreselijk was het. Ik had hen zo graag willen helpen, maar wist niet zo goed hoe. Hun levens zouden nooit nog hetzelfde zijn, wat evengoed voor mij gold. Het vreselijkst van al is dat de volgende vier jaar hetzelfde tafereel zich regelmatig herhaalde. Schromelijk moet ik toegeven dat ik er zelfs aan gewend geraakte.
Vergeef het me, want zulke gruwelijke taferelen, daar mag je niet gewend aan geraken. Gelukkig is er nu rust en vrede. Misschien, ondanks al mijn geklaag, zijn dit dan toch niet zo’n slechte tijden. En werd er wel degelijk vooruitgang geboekt door de mens. Wie weet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten